Vooral kleine en middelgrote gemeenten hebben grote moeite met de omschakeling naar de ‘harde’ instrumenten, zoals omgevingsplannen en de vergunningverlening, in de nieuwe omgevingswetgeving. Dat blijkt uit recent onderzoek door Antea Group. Om die gemeenten te helpen gaan de planadviesbureaus, met budget van de VNG, gezamenlijk een praktische leergang aanbieden.

Positief over invoering van omgevingswet

Na alle commotie en onheilstijding over de komst van de Omgevingswet afgelopen maanden klinken er eindelijk ook positieve geluiden over de invoering. De Eerste Kamer heeft groen licht gegeven voor de inwerkingtreding op 1 januari 2023. Er is nog een voorbehoud gemaakt, namelijk dat de rapportage dit najaar over de voortgang met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) geen al te grote knelpunten meer laat zien. Betrokken experts verwachten dat niet, mede omdat er sinds een half jaar goed wordt samengewerkt tussen overheden, planadviesbureaus en softwareontwikkelaars.

‘In het begin moesten we een beetje aan elkaar wennen, maar ik kan niet anders zeggen dan dat de samenwerking constructief is. We streven hetzelfde doel na: een zo soepel mogelijke invoering van de nieuwe wetgeving’, aldus Robert Forkink, namens Antea Group nauw bij de implementatie betrokken. De voortgang met het DSO komt ook naar voren in een enquête onder 93 gemeenten. 85 procent van de bevraagde gemeenten is bezig met het ontwikkelen van een werkwijze om met het DSO om te gaan, 8 procent is helemaal klaar en ‘slechts’ 8 procent is nog aan het verkennen, zo laat Forkink weten.

Kennis en menskracht

Het probleem bij de invoering van de Omgevingswet zit vooral bij de implementatie van de nieuwe wetgevingsinstrumenten, en dan met name bij de voorbereiding van omgevingsplannen. Die vormen de juridische basis voor de vergunningverlening en die zou er dus begin volgend jaar moeten liggen

Uit de enquête komt naar voren dat bijna de helft van de gemeenten (48 procent) nog bezig is met de verkenning van de mogelijkheden met het omgevingsplan. Pas 43 procent is daadwerkelijk bezig met de ontwikkeling van de basis van het plan. Negen procent heeft nog niets gedaan.

Bijna de helft van de gemeenten is nog bezig met verkenning van de mogelijkheden met het omgevingsplan


Robert Forkink
Projectmanager Planvorming & Mobiliteit

Geen verrassing

Voor Forkink is dit geen verrassing. Hij is al twaalf jaar betrokken bij de implementatie van de nieuwe omgevingswetinstrumenten en ziet waar bij veel gemeenten de schoen wringt. ‘Het gaat om kennis van zaken en voldoende menskracht om de nieuwe wetgeving te implementeren. De kleinere en middelgrote gemeenten worstelen daar het meest mee.’

Hoe het heeft kunnen gebeuren dat gemeenten nu met de handen in het haar zitten, terwijl ze al ruim tien jaar weten dat de nieuwe wet eraan komt; betrokken experts willen er niet te veel woorden aan vuil maken. Dirk van de Wetering, adviesgroepmanager Planvorming bij Antea Group, vindt het te makkelijk om de schuld bij het Rijk en met name bij de wetgevingsambtenaren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) te leggen. ‘Het ministerie heeft een heel programma opgetuigd en bijeenkomsten georganiseerd om gemeenten uit te leggen wat ze met de Omgevingswet konden doen. Het is te makkelijk om te stellen dat men nog niet op de hoogte is.’ De berichten over intimidaties en bagatellisering van de problemen op het ministerie van BZK, breed uitgemeten in sommige media, kwamen voor hem volledig uit de lucht vallen. ‘We kennen die geluiden niet, ook niet uit de contacten met andere adviesbureaus en de softwareleveranciers. Het is gewoon niet de sfeer die wij aantreffen. Dat is er een van: we gaan ervoor en we gaan het halen.’

Implementatie Omgevingswet

RO moet integraal

De experts zijn blij dat de Eerste Kamer groen licht heeft gegeven. Nu weet iedereen waar hij aan toe is en staat er druk op de ketel. Daar was het minister Hugo de Jonge om te doen. De koepelorganisaties VNG, IPO en Unie van Waterschappen ondersteunen hem daarin, en dus ook de meerderheid van de senatoren. Belangrijke overweging daarbij is dat opnieuw uitstel geen garantie biedt op verbetering van de situatie bij de gemeenten die nog achterlopen bij de implementatie van de nieuwe wetgeving. Bovendien tref je daarmee de gemeenten die wel al fors hebben geïnvesteerd in de implementatie van de nieuwe manier van werken. En niet te vergeten de planadviesbureaus. 

 

Opnieuw uitstel van de Omgevingswet biedt geen garantie op verbetering van de situatie bij de gemeenten die nog achterlopen

De complexe urgente opgaven dulden geen verder uitstel, was de boodschap van de minister aan de Eerste Kamer. ‘De complexiteit van de wereld van vandaag kun je niet anders dan met nieuwe wetgeving aanpakken’, zegt Forkink stellig. ‘Alles wat je doet, heeft effect op iets anders, en de belangen van alle betrokkenen raken elkaar in meer of mindere mate. Stel je voor dat we tien jaar geleden de Omgevingswet hadden ingevoerd, dan hadden we het stikstofprobleem nu in samenhang kunnen aanpakken. We hebben de data en de modellen om te berekenen wat een ingreep op de ene plek voor consequenties heeft in de vorm van neerslag van CO2 en stikstof. Daarop kun je dan beleid maken en keuzes baseren. Bijvoorbeeld in gebied x geen woningbouw, in gebied y wel. In samenhang ruimtelijke opgaven aanpakken is het hogere doel, in mindere mate dat je in de procedures van 26 weken naar 12 weken gaat.’

Lees hier het hele artikel