‘Voor het eerst hebben we gekeken of de auto ook reed’

Voor het eerst konden stedenbouwkundige en ruimtelijke ordeningsbureaus afgelopen najaar oefenen met het maken van omgevingsplannen op basis van de officiële plansoftware. Die is nog steeds niet helemaal klaar, toch kregen de marktpartijen – die driekwart van de omgevingsplannen maken – veel inzicht in waar het nog aan schort. Te veel om het nieuwe stelsel in één keer in te voeren, en dus zal dat stapsgewijs gebeuren.

Door Marcel Bayer. Dit artikel verscheen eerder in vakblad ROm, het maandelijkse vakmagazine voor de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren. 

Al een aantal jaar wordt er onder leiding van de ambtenaren van het ministerie van BZK en de VNG door gemeenten gewerkt met het nieuwe instrumentarium van de Omgevingswet. Dat is ook hard nodig, want het plansysteem is op volledig andere principes gestoeld dan het plansysteem onder de Wro. De juristen van eerst VROM, vervolgens Infrastructuur en Milieu en later BZK bouwden een stelsel gebaseerd op activiteiten in plaats van op bestemmingen. Daarmee is veel beter gebiedsgericht te werken, het biedt overheden meer beleidsruimte en vraagt samenspraak tussen initiatiefnemers en andere belanghebbenden.

Kerninstrument in de ruimtelijke ordening was het bestemmingsplan en wordt het omgevingsplan. Dat geldt voor het hele gemeentelijke grondgebied met algemene regels en locatiespecifieke regels als naar gelang het specifieke beleid voor een bepaald gebied of locatie. Een aantal gemeenten heeft de afgelopen jaren samen met BZK en VNG geoefend met het omgevingsplan. Dat leverde nuttige inzichten op de gemaakte kaders te reviewen en te verbeteren. Stedenbouwkundige en RO-bureaus konden niet meedoen. Ze kregen van het Rijk geen toegang tot de nieuwe plansoftware.

Testrit

Afgelopen najaar was het dan wel zover. Het Kennislab, een samenwerkingsverband van de stedenbouwkundige en RO-bureaus, kon onder toezicht van VNG en BZK aan de slag met het nieuwe stelsel. Op zichzelf is het Kennislab al een unieke gelegenheidsformatie, benadrukt Dirk van de Wetering, adviesgroepmanager planvorming en mobiliteit bij Antea Group. ‘Het komt niet zo vaak voor dat je met de concurrenten heel constructief en transparant samen werkt aan één project.’

De urgentie is hoog, geeft hij aan. ‘De invoering van de Omgevingswet gaat veel van onze organisaties vragen, maar veel ervaringen hebben onze mensen er nog niet mee. Voor de praktijkproeven hebben we onze knapste koppen bij elkaar gezet om de kennis bij onze bureaus te bundelen en het stelsel te testen.’

De test bestond uit het ontwikkelen van twee omgevingsplannen voor Vlissingen en Zeist. Beide binnenstedelijke ontwikkelingen, waarbij de nadruk in Vlissingen lag op transformatie en herontwikkeling van een voormalige scheepswerf en bedrijvengebied, en in Zeist op woningbouw en landschappelijke inpassing. Koos Seerden, directeur van Rho Adviseurs en samen met Van de Wetering initiatiefnemer voor het Kennislabs, vergelijkt de praktijkproeven met de test van een auto. ‘Ze hadden de koplamp, het stuur, de versnellingsbak en de wielen ontwikkeld, maar de auto nog nooit in elkaar gezet en een testrit gemaakt. Dat hebben we nu wel gedaan.’