Om aan de woningvraag te voldoen, is in de komende jaren verdere verstedelijking onvermijdelijk. Een van de grote opgaven daarbij is het energievraagstuk. TU Delft-onderzoeker Paul van den Bragt laat zien dat dit meer is dan het oplossen van het acute probleem van netcongestie op korte termijn – hoe nijpend ook. Voor het integreren van energie in de verstedelijkingsopgave zijn een gedeeld toekomstbeeld, schakels tussen schaalniveaus en meer samenwerking nodig.

Tekst: Paul van den Bragt van Gebiedsontwikkeling.nu.

Energie onontbeerlijk

Voor het forse aantal nieuwe woningen en daarbij horende voorzieningen die we ambiëren is energie onontbeerlijk, in de vorm van warmte en elektriciteit. Bovendien willen we dat de energie die we gebruiken uit duurzame bronnen wordt opgewekt en gewonnen. Dat is niet slechts een kwestie van ‘even’ wat duurzame opwekinstallaties plaatsen en aansluiten. Het vraagt om een verschuiving van een systeem met centrale opwekbronnen en lokaal gebruik naar een decentrale balans van bronnen, transport, opslag en gebruik.

Dreiging van congestie

Deze transitie vraagt om keuzes en afstemming: in en tussen sectoren en langs verschillende dimensies. Een grote, zo niet dé grootste beperking voor gebiedsontwikkelingen is netcongestie. Die neemt naar verwachting de komende jaren nog verder toe. Daardoor kunnen nieuwe woningen, bedrijven en voorzieningen niet op het stroomnet worden aangesloten en kan er ook geen opgewekte energie vanuit duurzame bronnen worden ‘ingeplugd’.

In verstedelijkingsafspraken, woondeals en NOVEX-ontwikkelperspectieven is bijna steevast opgenomen dat energie moet worden meegenomen bij de uitwerking, of zelfs dat deze randvoorwaardelijk is voor verstedelijking. Een begrijpelijke ambitie, maar de vraag die opdoemt is echter die van ‘hoe dan’. Hoe kan een duurzame energievoorziening integraal worden meegenomen in de verstedelijkingsopgave?

Rapport Verstedelijking & Energie

Precies dat is de vraag die het ministerie van BZK voorlegde aan Antea Group om te onderzoeken, met als achterliggende doel het ontwikkelen van een methodiek voor een dergelijke integrale aanpak. Daarvoor is als eerste stap een verkenning uitgevoerd naar hoe de energievoorziening tot op heden een plek heeft gekregen in verstedelijkingsplannen en -afspraken. Ook zijn de belangrijkste behoeften en uitdagingen in beeld gebracht waar de beoogde methodiek aan moet voldoen. Verschillende niveaus zijn in deze verkenning onder de loep genomen: concrete gebiedsontwikkelingen (operationeel), de middellange termijn-programmering en -verkenning (tactisch) en de lange termijn verkenningen en beleid (strategisch).

Een reeks interviews in 11 casussen ligt ten grondslag aan de resultaten. De centrale onderzoeksvraag en de tussentijdse resultaten van Antea Group waren het middelpunt van de deelsessie ‘Energie & GO’ tijdens het SKG Jaarcongres in maart van dit jaar. In het vervolg van dit artikel volgt een greep uit de opbrengst, aan de hand van de genoemde drie niveaus (in omgekeerde volgorde, van de lange naar de korte termijn).

Het hele rapport Verstedelijking & Energie lezen?

Meest voorkomende misvattingen over netcongestie

Een overkoepelende conclusie is dat het domein van energie of netbeheer nog maar weinig verbonden is met de ruimtelijke en gebiedsontwikkelingswereld, terwijl kennisdeling en de opbouw van constructieve samenwerkingen van essentieel belang wordt geacht op de weg naar integraliteit. Om een schot voor de boeg te doen, geeft Arjen Zuijderduijn – die na jarenlange ervaring bij netbeheer sinds korte tijd thematrekker Energiesysteem & Warmte is bij NP RES – inzicht in de zes meest gehoorde misvattingen als het gaat om netcongestie:

  1. “Netcongestie is een probleem van en voor de netbeheerder”: nee, netcongestie is een probleem wat alles en iedereen raakt. De oplossingen voor netcongestie raakt meerdere partijen alleen de netbeheerders. Decentrale overheden, maar ook gebruikers van het net hebben hier een rol in.
  2. “Vol = vol”: er is altijd restcapaciteit beschikbaar, er is nooit de hele tijd een te hoog elektriciteitsverbruik (zie onderstaande afbeelding). Hoe vaak (in tijd) en hoeveel (in W) is er per jaar congestie? Daar kan je op sturen en restcapaciteit benutten.
  3. “Elektriciteit is hét middel”: er zijn meerdere energiedragers, neem bijvoorbeeld warmte. Warmte is vaak meer dan 50 procent van de energievraag in gebiedsontwikkeling.
  4. “Ik ga er niet over”: er wordt vaak nog gedacht vanuit ‘netbeheerder, ga je werk doen’. Maar samenwerking is onvermijdelijk, oplossingen zijn niet altijd technisch en overweeg wat jouw rol is in deze opgave (energiebewuste ruimtelijke programmering).
  5. “De woningbouw is op koers”: op meerdere plekken in Nederland (onder andere in Nijmegen, Ede, Noorwijk en Almere) zien we dat ook de woningbouw opgave wordt vertraagd door netcongestie.
  6. “Geld gaat het probleem oplossen”: financierbaarheid is niet hét obstakel voor deze uitdaging. Waar ligt per situatie de crux tot versnelling? Is het arbeidskracht, grondposities, oud-denken, et cetera? Bespreek het met elkaar en pak het aan.

Het hele artikel lezen?