Ingenieurs- en adviesbureaus beleven goede tijden. Mede door de stikstofcrisis liggen sommige projecten stil, maar dossiers als de energietransitie en klimaatadaptie bieden voldoende compensatie.
Kwantitatieve informatie over de gemiddelde omzetten en resultaten binnen de advies- en ingenieursbranche in Nederland is dun gezaaid. Willemien Bosch, de kersverse directeur van branchevereniging Koninklijke NLingenieurs, heeft dit ook niet direct paraat. Maar, benadrukt Bosch, voor haar zijn die cijfers ook niet zo belangrijk. Het gaat om de gezamenlijke maatschappelijke impact die de bureaus maken – de grote én de mkb-bureaus.
Afgaand op conjunctuurindicatoren, de resultaten van de aangesloten bureaus en gesprekken met bestuurders van deze bedrijven zijn haar bevindingen over de gang van zaken in de afgelopen anderhalf jaar positief.
“Het zijn goede tijden geweest voor de branche. Er is veel werk. Er zijn wel trajecten stil komen te liggen, met name door de stikstofproblematiek, waardoor opdrachten niet door zijn gegaan, maar op andere fronten is er voldoende werk.”
Bosch refereert daarmee aan grote thema’s als klimaatadaptie en de energietransitie. “Die bieden op de langere termijn veel werk voor onze bureaus omdat een integrale benadering en langetermijnvisie in deze opgaven noodzakelijk is.”
Impact
De impact van de stijgende inflatie door de hogere energieprijzen is vooralsnog gering. Maar op termijn blijven ook advies- en ingenieursbureaus daar niet van gevrijwaard, vreest de directeur van de branchevereniging. “Die invloed voelen we misschien iets later, maar die heeft wel effect op de gehele bouwketen. Dat raakt ons ook. Daarnaast vallen ook voor onze sector loonstijgingen te verwachten en is er volgend jaar een verhoging van de vennootschapsbelasting.”
Nieuwe kansen ziet Bosch ook. Onder meer in het PFAS-dossier, op het gebied van mobiliteit en de droogteproblematiek. “Daar is meer aandacht voor in de uitvraag. Het is nog niet zo dat dit ook in de uitvoeringsfase zit. Maar als advies- en ingenieursbureaus voelen wij verantwoordelijkheid om dat soort vraagstukken mee te nemen. Dat brengen we ook bij opdrachtgevers onder de aandacht. Daar zien we wel groei in bewustwording.”
Opmerkelijke ontwikkeling binnen de branche volgens de meest recente enquête van NLingenieurs, die van mei 2022: als enige binnen de hele bouwketen waren ingenieursbureaus voor de tweede helft van dit jaar zowel positiever over de omzetverwachting als over de ontwikkeling van het personeelsbestand.
Herkent Bosch dit? Het optimisme heeft de directeur ook verbaasd. “In de signalen die ik krijg, zie ik dat niet meteen terug. Het aantrekken en vasthouden van personeel blijft een grote uitdaging. Er ligt meer werk dan we kunnen oppakken met het huidige personeelsbestand.”
Betekenis
Wat Bosch wel enthousiasmeert is het toenemende engagement onder jonge adviseurs en ingenieurs. “Het van betekenis zijn voor de maatschappij is iets wat jongeren meer en meer trekt.”
Dit engagement draagt volgens haar op positieve wijze bij aan de toenemende samenwerking van ingenieursbureaus met branchegenoten en andere partijen binnen en buiten de bouwketen zoals aannemers en opdrachtgevers. “We streven steeds meer naar duurzame oplossingen in plaats van oplossingen voor de korte termijn. Daarbij gaat het niet primair om het eigen belang, maar om de beste oplossing voor een bepaalde opgave. Dat vind ik een mooie ontwikkeling.”
Dat er meer wordt samengewerkt, kan Tanja Lendzion beamen. Lendzion, ceo van Antea Group Nederland, dat onder meer actief is op het gebied van infrastructuur, ruimte, milieu en veiligheid, noemt als voorbeeld de recente bundeling van kennis en ervaring op het gebied van elektriciteitswerken van Antea Group met de concullegae Bilfinger Tebodin en Witteveen+Bos in E-merge. Deze nieuwe projectorganisatie gaat de komende jaren netbeheerder Tennet assisteren bij de herstructurering, uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnetwerk en zo helpen met de versnelling van de energietransitie.
Lendzion: “De vraagstukken voor onze klanten worden steeds complexer. Dus je moet ook vaker samenwerken, gebruik maken van elkaars kennis. Daar liggen de kansen om onze opdrachtgevers goed te helpen.”
Werkvoorraden
Aan kansen hebben Antea Group en de andere ingenieurs- en adviesbureaus momenteel bepaald geen gebrek, meent ook Lendzion. “Als je zo naar de branche kijkt, zie je dat overal de werkvoorraden behoorlijk omhoog gaan. Er zijn veel specifieke vragen. Hoe ga je om met die duurzame, vitale leefomgeving? Hoe ga je met stikstof om, hoe met het klimaatbeleid? Onze mensen kunnen daar antwoord op geven; we hebben er alleen niet genoeg.”
De toename van de werkvoorraad is volgens Lendzion een direct gevolg van de cumulatie aan crises. “We hebben het klimaatakkoord, de energietransitie, we moeten over circulariteit nadenken, we moeten alles duurzaam inrichten, op stikstof letten: je hebt heel veel waar we op moeten inspelen. Dat maakt het complexer dan in de jaren daarvoor. De vraag is: hoe zorg je ervoor dat je op al deze vraagstukken goed en voldoende personeel inzet. Dat is de allergrootste zorg die we nu allemaal hebben.”
Er ligt meer werk dan we kunnen oppakken met het huidige personeelsbestand
Door de vergrijzing zal dit probleem de komende jaren verder toenemen, voorspelt de ceo van Antea Group Nederland. “Er gaan de komende vijf jaar veel mensen met pensioen. Dan verdwijnt er ook een bak aan kennis uit de organisaties. Die kennis moet ook worden overgedragen.”
Zijn er wel genoeg jongeren die warm lopen voor een baan als adviseur of ingenieur? Lendzion denkt van wel. “Wat mij alleen wel opvalt: veel jongeren denken dat bureaus als het onze alleen maar ingenieurs in dienst hebben. Dat is niet zo. Het zijn niet altijd hardcore ingenieurs. We hebben bijvoorbeeld ook archeologen, ecologen en een lector bodem en ondergrond.”
Uitdagingen
Zijn er naast het tekort aan personeel nog meer uitdagingen? De stikstofperikelen en de prijsstijgingen raken ook Antea Group, vertelt Lendzion. “Sommige opdrachten gaan on hold. De meeste grote advies- en ingenieursbureaus zitten bijvoorbeeld in het raamcontract met Rijkswaterstaat. Die hebben, ook in verband met de stikstofproblematiek een deel van hun projecten stopgezet.”
Anderzijds ziet de topvrouw van Antea Group Nederland het momentum in sommige dossiers ook weer toenemen. Ze wijst op de energietransitie. “Die krijgt door de stijgende energieprijzen meer vaart. Ik hoop dat wij hier snel meer stappen kunnen zetten. Dit is ook een uitgelezen kans voor Nederland en ook voor de ingenieursbureaus om ons land echt duurzaam in te richten. En dat kunnen wij. Ik ben ervan overtuigd dat wij Nederland op energiegebied zelfvoorzienend kunnen maken.”