De energietransitie is onderweg, en de digitalisering in engineering en uitvoering van projecten kan dit proces drastisch versnellen. Dat gebeurt al bij sommige grootschalige projecten waarin netbeheerders, overheid en bedrijven samenwerken in teams, om zo tot de ideale energiemix voor de toekomst te komen.

Het Europese klimaatakkoord leidt de komende jaren tot serieuze veranderingen in de industrie en energievoorziening. Met een beoogde CO2-reductie van 55% voor 2030 en forse investeringen in groene energie, is er volop werk aan de winkel. Dit betekent dat overheden, bedrijven en netbeheerders nog meer moeten samenwerken. Antea Group, een ingenieurs- en adviesbureau met 1.700 personeelsleden en verspreiding over heel Nederland, helpt deze stakeholders bij het maken van keuzes en het bepalen van de juiste strategie.

Energiemix

“Onze focus ligt op het uitbreiden van de energie-infrastructuur en het creëren van een optimale energiemix. Dit is essentieel om de energietransitie te versnellen. De samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en netbeheerders is daarbij van groot belang. Zeker nu er een verregaande digitalisering plaatsvindt in engineering en voorbereiding van projecten, is die samenwerking nog belangrijker”, zegt Coert Ruseler, directielid van Antea Group en verantwoordelijk voor de businesslijn Energie & Ondergrond.

Coerts collega Mark van Esterik, verantwoordelijk voor milieu- en energieprojecten in het oosten des lands, vult aan: “Door geavanceerde digitale technologieën, kunnen we de efficiëntie van onze energieprojecten verbeteren en sneller resultaten boeken. Goed omgevingsmanagement is ook van groot belang. Bij elk project houden we rekening met de impact op de omgeving en de gemeenschap. Dit helpt ons om draagvlak te creëren en eventuele weerstand te minimaliseren.”

Omgevingsmanagement

Het woord viel al: omgevingsmanagement. Hoe bereik je alle stakeholders wanneer er een project gestart wordt dat wellicht impact heeft op de directe leefomgeving? Zichtbaar maken vanaf het begin is een cruciale stap, en dat kan door de verregaande digitalisering bij dit soort projecten. Alles moet onderzocht worden ter voorbereiding en planning: archeologie, bodemvervuiling, eventuele aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten, etc. Met virtual reality en driedimensionaal vormgeven kan tegelijkertijd veel zichtbaar worden gemaakt voor alle stakeholders.

Waar voorheen een fysiek onderzoek drie weken kon duren, is dat nu dankzij vergaande digitalisering een kwestie van minuten geworden, zeker als de hele keten van stakeholders meedoet. Met een integrale aanpak en een digitale inhaalslag, samen met bijvoorbeeld grote partners als Gasunie en Alliander, is versnelling van de energietransitie mogelijk. Door kruisbestuiving van kennis en sneller schakelen als er problemen zijn, kan elk project versneld worden, stelt Van Esterik, die ervaring heeft met dit soort teams.

Innovatieve oplossingen zijn cruciaal voor de toekomst van de energie-infrastructuur, en samenwerking stimuleert innovatie. “We investeren in onderzoek en ontwikkeling, om technologieën te ontwikkelen die ons helpen duurzamer en efficiënter te werken. Er is momenteel schaarste aan personeel, maar gelukkig kunnen we nog genoeg gekwalificeerd personeel vinden, mede door onze aanpak en uitstraling”, besluit Ruseler.