In het onderzoek naar niet gesprongen explosieven onderscheiden we een drietal stappen: oriënterend onderzoek, nader onderzoek en het doen van opsporing of het nemen van andere passende maatregelen. Welke stap wanneer moet worden genomen, staat voorgeschreven in respectievelijk lid 2, 3 en 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.10.
1. Oriënterend onderzoek ontplofbare oorlogsresten
In alle gevallen waarin gevaar voor de veiligheid of gezondheid van werknemers kan bestaan door de mogelijke aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten moet hiernaar een oriënterend onderzoek worden ingesteld voordat met de werkzaamheden worden aangevangen. Antea Group voert hierbij een QuickScan OO uit waarbij wij gebruik maken van openbaar toegankelijke en eigen gegevensbronnen. Op basis hiervan kunnen wij de verwachting ten aanzien van ontplofbare oorlogsresten vaststellen en adviseren over de vervolgstappen.
2. Nader onderzoek ontplofbare oorlogsresten
Als het oriënterend onderzoek hiertoe aanleiding geeft, kan een nader onderzoek naar ontplofbare oorlogsresten noodzakelijk zijn. Dit kan bestaan uit een (aanvullend) Historisch Vooronderzoek OO of uit een Projectgebonden Risico Analyse (PRA). Zijn er in het verleden al historische vooronderzoeken uitgevoerd dan kunnen wij beoordelen of die nog voldoen aan de huidige CS-VROO maatstaven en of eventueel direct moet worden overgegaan tot opsporing of het treffen van passende maatregelen.