Foto: AD/Pim Mul

Een diepe kuil en een graafmachine. Dat is wat een leek ziet. Maar bij vakmannen Pieter Teekens en Marcel van Dasselaar gaat het hart sneller kloppen. Want het blootleggen van een pottenbakkerij uit de veertiende eeuw, een pot met verbrande zaden uit die tijd en zelfs een straatje gelegd in visgraat is volgens hen ‘heel erg gaaf’.

Archeologisch onderzoek

IDBB Vastgoed gaat aan de Potterspoort voor zorgorganisatie Compartijn 28 luxe appartementen bouwen met woonservice en 24-uurszorg. Maar eerst voerde ingenieurs- en adviesbureau Antea Group archeologisch onderzoek uit. 

"We hebben de oudste oever van de Gouwe bereikt, uit de twaalfde, dertiende eeuw”, zegt Pieter Teekens van Antea. "Aan de hand van monsters kunnen we daar veel informatie uitplukken.” Op de bodem van de kuil van bijna drie meter (2,60 meter beneden NAP) diep is het broeierig warm. "Kijk”, vult Van Dasselaar hem aan. "Een onderdeel van een spit. Als je de andere helft hebt, en de balk met het handvat, kun je een varkentje roosteren.” 

Een graafmachine - ‘we werken niet meer met een theelepeltje en een kwastje’ - schraapt de grond hier weg. Laag voor laag, in verschillende kleurschakeringen, wordt de bodem doorzocht. Totdat de archeologen sporen zien. "Het was al vrij snel heel oud”, zegt Teekens. "vroeger trokken we dertig man uit de kast.” Nu staat er een grote graafmachine. "Je staat er de hele tijd bij. En de machinist kan ook voelen: zit er wat?” 

Fotograaf: Sander Hoosemans

Complete potten zijn heel gaaf


Marcel van Dasselaar
Archeoloog

Misbaksels

Daardoor komt bijvoorbeeld een visgraatstraatje uit de zestiende eeuw bloot te liggen. De Potterspoort heet zo vanwege de oude pottenbakkerijen, die vanwege brandgevaar waarschijnlijk buiten de stadsmuur lagen. De archeologen stuitten op kuilen met pottenbakkersafval. "Die bulk aardewerk doet mij niet zoveel”, zegt Teekens. 

"Maar jij komt ook niet uit Gouda”, reageert Van Dasselaar. "Complete potten zijn heel gaaf.”

Andere vondsten zijn mesjes, gesmeden spijkers, leer. "Wat wij grappig vonden”, zegt Van Dasselaar terwijl hij een foto laat zien, "is deze pot. Wat erin zit, leek op zwarte kaviaar, maar zou heel goed verbrand mosterdzaad kunnen zijn. Een botanicus kan met negentig procent zekerheid zeggen wat het is.” 

Nog een foto dan. "Deze insigne, van rond 1400, lijkt wel religieus”, zegt Teekens. Van Dasselaar: "Je ziet in het midden een klavertje. Deze wordt heel mooi als hij schoon is.”

Hij vervolgt: "De opgravingen dragen bij aan het verhaal van Gouda, de ontwikkeling, ons aller erfgoed. Of het documenteren van erfgoed waardevol is, spreek je samen af. Voormalig blekerij en wasserij De Drie Notenbomen, hier tegenover: waarom vinden we die waardevol? Dat is bovengronds. Wij vinden ondergronds waardevol.”

Onbezorgd

De opgravingen brengen niet alleen aardewerk, maar bij Frank Salari (67) ook herinneringen naar boven. Zijn ouders gingen begin jaren vijftig wonen op Hoge Gouwe 203. In een rijtje dat er nu niet meer staat. 

"Ik heb daar 17 jaar met veel plezier gewoond. Mijn vader had op de zolder een plateelfabriek. Je kan het je niet meer indenken: wij sliepen onder de oven. Als het bedrijf naast ons toen niet was afgebrand, had het gehele rijtje daar nu nog gestaan, denk ik. Waar ze aan het graven zijn, was de achterplaats van de buurvrouw onder ons. Met vriendjes waren we altijd aan het klooien hier.” Grappend: "Misschien vinden ze nog oud speelgoed.”

Lees hier het artikel in het AD.