Groot onderzoek naar logistieke drones in hartje Amsterdam

Namens de stichting Dutch Drone Delta doet Antea Group een praktijkonderzoek in het kader van de ontwikkeling van dronemobiliteit. Inmiddels hebben we al twee use cases onderzocht. In Dordrecht deden we vorig jaar proeven met het vervoer van medische goederen per drone. En in Enschede voerden we omgevingsonderzoek uit naar dronevluchten van de brandweer.

In Amsterdam spitst het onderzoek zich toe op de ontwikkeling van drone-bezorgroutes. Roel Brandt, adviesgroepmanager Verkeer: “We creëren langs de noordkant- en de zuidkant van het IJ vier landings- en startlocaties. Vervolgens gaan we in meerdere vluchten allerlei goederen vervoeren. Denk aan onderzoeksamples, gereedschappen en verschillende soorten bezorgboxen. We vliegen deze week afwisselend met 4 verschillende soorten drones.”

In de vluchtweek staan twee onderzoeksvragen centraal. Brandt: “We willen meer inzicht krijgen in de mogelijkheden en meerwaarde van bezorgdrones en vaste bezorgroutes. Dan heb je het over de vraag wat we er vanuit sociaal-maatschappelijk en economisch opzicht aan kunnen hebben. Maar ook doen we uitgebreid onderzoek naar het effect van dronevluchten op de fysieke leefomgeving: hoe ervaren mensen drones? Dit gebeurt aan de hand van interviews met omwonenden en voorbijgangers. Ook voeren wij geluidsmetingen uit.”

Met het oog op de ontwikkeling van dronetechniek, zijn deze vluchtweken van groot belang. “Uiteraard om te verkennen of onbemande luchtverbindingen kansrijk, haalbaar en veilig zijn. Maar ook om het grotere plaatje te onderzoeken: hoe kan dronetechniek oplossingen bieden voor de mobiliteitsuitdagingen in Nederland? En dit is vooral een kwestie van proberen en leren: het liefst in echte wereld.”

Voor deze usecase in Amsterdam wordt met zeer uiteenlopende partijen invulling gegeven aan de vluchten. De onderzoekers doen hiermee waardevolle informatie op. Brandt: “Denk aan een verdieping van inzicht in de inpassing van drones bij de specifieke bedrijfsvoering van deze partijen. Maar ook aan praktische aspecten, zoals het minimaal en maximaal te vervoeren gewicht waarmee rekening moet worden gehouden. Nu vliegen we nog met maximaal twee kilo aan boord. Uit alle gesprekken komt naar voren dat veel toepassingen mogelijk zijn als circa twintig kilo per drone vervoerd kan worden.”

Doordat we in de ‘echte leefomgeving’ vliegen hebben we ook de mogelijkheid om te meten hoe drones ervaren worden. Dit doen we door voorbijgangers en omwonenden te vragen of ze de drones opvallen. Vervolgens stellen we vragen als Wat is hun mening ten aanzien van het transportdoel waarvoor de drone op dat moment vliegt? Wat zijn de voordelen en nadelen die ze zien? Hoe wordt het geluid van de drone ervaren? Onze geluidexperts voeren tegelijkertijd geluidsmetingen uit, waardoor we naast de beleving ook de feitelijke geluidbelasting vast kunnen stellen. Brandt: “Hiermee willen we beleidsmaker én initiatiefnemers waardevolle data en inzichten bieden uit de praktijk over het creëren en inpassen van droneroutes in onze fysieke leefomgeving.”

Bij het onderzoek in Amsterdam zijn verschillende partijen betrokken. Brandt: “Samen met Amsterdam Drone Lab (gemeente Amsterdam) en het ROC van Amsterdam-Flevoland hebben we dit de vliegweek georganiseerd en mogelijk gemaakt. Deelnemers van de week zijn Bouwend Nederland, bezorgboxproducent Budbee, AMROR (gemeenten Amsterdam en Rotterdam en Rijkswaterstaat), de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en Air Cargo Netherlands. Naast de vluchten door de studenten van het ROC van Amsterdam-Flevoland vliegen Ampelmann Operations en DroneQ deze week ook met hun drones op deze droneroutes. En we zetten studenten van de beveiligingsopleiding in om de dronepiloten een veilige werkplek te bieden, daarnaast helpen zijn ons om de interviews af te nemen. Uiteraard zijn de overige partners van de stichting Dutch Drone Delta - waaronder de het NLR, Airhub en Luchtverkeersleiding Nederland – aangehaakt.”