Over snelwegen, rivieren, spoorlijnen en hoogspanningsleidingen boven drie verschillende landen. Tijdens een recordvlucht van Oranjewoud naar Kopenhagen zoekt Antea Group komende zomer de grenzen op van wat er kan en mag met drones. Dat vergt bijna een militaire voorbereiding.

Proefvlucht op testterrein Nijmegen

Vorige week voerde het ingenieurs- en adviesbureau een proefvlucht uit op een speciaal testterrein bij Nijmegen. Daar experimenteren Rijkswaterstaat, brandweer en politie al langer met drones en kunnen daar doen wat elders nog niet mag. De proef verliep volgens projectleider Roel Brandt van Antea Group goed. Behalve dat er stukjes over de Waal en de uiterwaarden werd gevlogen, werd ook snelweg de A50 gekruist. Tijdens de langste vlucht werd in één keer 25 kilometer afgelegd.

Dat klinkt volgens Brandt allemaal veel simpeler dan het in werkelijkheid is. Want het vergt nogal wat organisatie. Voor vliegen over een snelweg geven beheerders niet gauw toestemming. Net als beheerders van pijpleidingen, hoogspanningslijnen en andere infrastructuur zijn ze daar heel terughoudend in.

Waarnemers op de grond

Wetgeving schrijft voor dat een dronepiloot zijn toestel altijd met het blote oog moet kunnen waarnemen. Het toestel moet zich in visual line of sight bevinden (VLOS), heet dat in jargon. Onder bepaalde voorwaarden is het toegestaan dat de piloot niet zelf zicht heeft op het toestel, maar in contact staat met waarnemers op de grond die dat wel hebben: extended visual line of sight (evlos). Nòg strengere eisen gelden er om de drone buiten zicht te laten vliegen.

Hoewel er sinds 2020 Europese regelgeving bestaat voor vliegen met drones, is die nog lang niet overal ingevoerd en gelden er lokaal uitzonderingen. Daarom kan er na de succesvolle test rond Nijmegen niet in één keer opgeschaald worden naar de beoogde 750 kilometer lange vlucht naar Kopenhagen. Het initiatief van Antea Group, dat Xpedition New Horizons is gedoopt, wordt stap voor stap voorbereid.  

Lees het hele artikel op de website van Cobouw