“We zien allemaal waartoe de NLCS in staat is”

Toen Sander Nijhof in 2008 in dienst kwam bij Antea Group, had het ingenieurs- en adviesbureau de eerste stappen in NLCS-land al gezet. “Verschillende collega’s waren zelfs betrokken bij de ontwikkeling van de tekenstandaard”, vertelt Nijhof. “Ik weet dus niet beter dan dat we hier met de NLCS werken.”

Maar Nijhof maakte voor die tijd ook de andere kant mee. Er werden toen nog veel tekeningen aangeleverd die volgens de standaard van derden waren opgebouwd. Dat zorgde voor veel extra werk, vertelt hij. “Die tekeningen waren vaak minder gespecificeerd, dus we moesten veel ontleden en uitpluizen. Die ene lijn… is dat kantverharding? Bermlijn? Of toch een bandenlijn? En hebben we het over de bestaande situatie of de nieuwe? Het goed ‘lezen’ van een tekening was tijdrovend, met een grote kans op interpretatiefouten. De NLCS voorkomt dat allemaal.”

Wat is NLCS?

NLCS is dé CAD-standaard van de Nederlandse GWW-sector. Deze open standaard bevat afspraken voor het omgaan met metadata, digitaal tekenen, het uiterlijk van de tekening en – vooral – de coderingssystematiek en lagenstructuur van tekenwerk. 

Inmiddels zijn we bijna vijftien jaar verder en is de NLCS nagenoeg gemeengoed in de grond-, weg- en waterbouw. Zeker sinds de overheid de NLCS verplicht heeft gesteld als tekenstandaard, aldus de modelleur: “Ik denk dat binnen de civiele wereld zeker negentig procent de NLCS gebruikt, misschien naderen we zelfs de honderd.” Nijhof komt eigenlijk nauwelijks nog bestanden tegen die niét conform de NLCS zijn opgebouwd. Logisch ook, vindt hij: “De uniformiteit en uitwisselbaarheid… we zien allemaal waartoe de NLCS in staat is. De NLCS-structuur is ook prima toepasbaar voor het ontwerpen in 3D. Goed, het is in beginsel een 2D-tekenstandaard, maar de NLCS biedt ook veel mogelijkheden voor 3D-modellen en objecten inclusief eigenschappen.”

Nijhof vertelt over het werken met de Autodesk Construction Cloud (BIM360), een Autodesk-cloudomgeving. “In die omgeving is het mogelijk om met meerdere partijen aan ontwerpbestanden te werken, die in één model samenkomen. Dat model is niet alleen toegankelijk voor de gebruikers van de ontwerpsoftware, maar ook voor projectleiders, managers, klanten en andere stakeholders. We zien allemaal hetzelfde, dus iedereen kan actief meedenken. Ook kunnen we meteen knopen doorhakken over clashes die we in het ontwerp tegenkomen. Dat maakt BIM360 ideaal voor brainstormsessies of ontwerpvergaderingen.” De NLCS is wat Nijhof betreft de perfecte basis om ook binnen BIM-modellen toe te passen. “De NLCS is bijvoorbeeld geïntegreerd in de 3D-georiënteerde Civil Infra Benelux-templates waarmee we werken. Uniforme laagnamen, objecteigenschappen en blocknamen, het is allemaal beschikbaar en toepasbaar, ook in 3D-modellen en -omgevingen.”

Om conform de NLCS te werken, gebruiken Nijhof en zijn collega’s verschillende InfraCAD-softwarepakketten. “Om te beginnen InfraCAD zelf”, aldus Nijhof. “Dat biedt alle gereedschappen om conform de NLCS te tekenen. Disciplines, lagen, objectnamen, elementvormen. Ook de gereedschappen voor het calculeren van hoeveelheden vind ik een groot voordeel. Zulke opties maken het werk efficiënter en aangenamer. Er is veel minder tijd nodig voor standaard werk en zo kan een ontwerper dus sneller het project en de techniek in.”

Ook InfraCAD CE en InfraCAD Map zijn veel toegepaste applicaties. Nijhof: “InfraCAD Map is bijvoorbeeld heel goed in het ophalen van data, zoals gegevens uit de Basisregistratie Grootschalige Topografie, kadastrale kaarten en luchtfoto’s. Kortom: in een handomdraai is het mogelijk om een scala aan openbare datasets te importeren die nodig zijn voor een ontwerp. InfraCAD CE is specifiek toegespitst op het importeren van inmeting. Ook biedt het diverse handige Civil 3D-gereedschappen. Een goed voorbeeld is het importeren van gegevens uit het Actueel Hoogtebestand Nederland. Die zijn direct in de ondergrond van een project te zetten. Een gebruiker verzamelt op die manier snel en eenvoudig een heldere, bruikbare basis voor een ontwerp.”

Antea Group is een innoverende organisatie. Zo maken de ontwerpers graag gebruik van Autodesk-producten uit de AEC en PDC-collectie als Civil 3D, Revit, Inventor, NavisWorks en InfraWorks. Verder zijn game-engines zoals Unity een prima middel om interactieve modellen te creëren, waar een belanghebbende (al dan niet met Virtual Reality-bril) doorheen kan wandelen. “In ons innovatiecentrum in Heerenveen organiseren we interactieve sessies met klanten”, vertelt Nijhof. “Bijvoorbeeld via onze 180-gradenwand, waar bezoekers met een 3D-bril een prachtige diepte ervaren in het model. Ook in ons Virtual Design & Construction Center in Almere bieden we klanten diverse interactieve toolings en 3D-ervaringen. Het is heel mooi om op die manier infrastructurele ontwerpen tot leven te brengen en betrokkenen mee te nemen in de toekomstige situatie.”

Terug naar de NLCS. Nijhof hoopt – en verwacht – dat de standaard een mooie toekomst tegemoet gaat. “Zeker als de beheerders de NLCS blijven ontwikkelen zoals ze dat tot op heden doen. Ik verwacht veel van de toepassingen in 3D-werkomgevingen en een doorontwikkeling naar een uniforme 3Dobjectenbibliotheek voor de GWW. Het zou eeuwig zonde zijn als deze mooie standaard wordt opgeslokt door andere open standaarden en uitleveringsformaten. Wat mij betreft is de NLCS zeker een blijver.”