Als voetballiefhebber maak ik in mijn werk graag de vergelijking met het fenomeen ‘totaalvoetbal’. Het revolutionaire systeem waarmee trainer Ernst Happel, en later Rinus Michels en Johan Cruijff, in de jaren zeventig de voetbalwereld verbluften. Een systeem waarin verdedigers aanvielen en aanvallers verdedigden. Waarin zelfs de keeper meevoetbalde. Zo werden tegenstanders volledig van de mat gespeeld.

Kracht én teamstrategie

De kracht van totaalvoetbal was de wisselwerking tussen specialisten en generalisten. Elk team had z’n hyperspecialisten: bikkelharde verdedigers, creatieve aanvallers. Maar er waren ook verbindingsspelers. De trainer liet deze spelers vanuit hun kracht excelleren, maar leerde hen ook om vanuit andere posities te denken. Zo ontstond een ijzersterk team dat, wanneer de samenwerking perfect liep, onverslaanbaar was.

Wat is integraal?

Deze voetbalmetafoor past bij termen als opgavegericht of integraal werken. En deze vergelijking is behulpzaam om die begrippen te duiden. Want, hoewel iedereen er een beeld bij heeft, is het lastig om ze in de praktijk te brengen. Hoe ziet integraal werken eruit? Wat is hierin de rol en de positie van sectorale expertise? Heb je überhaupt specialisten nodig en hoe zorg je voor samenwerking tussen specialist en generalist?

Bodem en ondergrond

Ik zie het terug bij de positie van Bodem en Ondergrond in opgaven zoals klimaatverandering, energietransitie en verstedelijking. Bodem speelt hierin een sleutelrol, maar ik zie vaak dat dit domein ondersneeuwt in integraal denken. Ik denk aan een Omgevingsvisie of Regionale Energie Strategie waarin energieambities zijn opgenomen rondom bodemenergie. Ambities die, zodra het tot een uitwerking op wijk- of gebieds- of huisniveau komt, niet haalbaar blijken. Bijvoorbeeld omdat later blijkt dat de ruimteclaim van aardwarmte conflicteert met de wens om dieper grondwater te beschermen. 

Begin bij de specialist

Het klinkt tegenstrijdig, maar om dit te voorkomen moet je bij aanvang géén integrale werkwijze nastreven, maar verankering. Om bodem en ondergrond een plek te geven in ruimtelijke processen en de potentie ervan te verzilveren, is verankering van dit thema noodzakelijk. Je, brengt eerst met specialisten de potentie en de positie van de bodem in beeld. Welke grondlagen verontreinigingen, kabels en leidingen zijn er, wat is hun ruimtebeslag? Welke kwaliteiten zijn er, welke kwaliteiten willen we beschermen?

Samen trainen

Pas wanneer je positie en de potentie van de bodem kent, kun je die verankeren in ruimtelijke processen: de teamstrategie onderweg naar totaalvoetbal. Dit is om in voetbaltermen te blijven een kwestie van met elkaar trainen en aanscherpen. Laat strategische beleidsmakers en specialisten samen nadenken. Stel de uitgangspunten op die je nastreeft (van archeologie tot energietransitie, van beheer tot ecologie). En onderzoek aan de hand van concrete casussen waar conflicten en dilemma’s zitten.

Excelleren en samenspelen

En dan ontstaat totaalvoetbal. Het moment dat de specialist op zijn positie excelleert, maar wel vanuit het perspectief van het strategische plan. Kun je aardwarmte toepassen in wijk X, als we bedrijf Y nu een vergunning geven voor een geothermie-put? Wat betekent het voor onze ambities voor cultuurhistorisch erfgoed wanneer we in gebied Z meer waterbuffers willen ontwikkelen? En als ambities conflicteren, hoe kunnen wij er wél mee omgaan?

Zo draag je vanuit je bij een aan spelopvatting waarin de superspecialist in z’n kracht wordt gezet, maar ook vanuit meerdere posities leert denken. En waarin de meer generalistische speler, vanuit de positie van de specialist leert kijken. Een wisselwerking die niet alleen leidt tot een goede resultaten, maar die ook nog eens heel aangenaam is om uit te voeren.

Geert Roovers

Dr. Ir. Geert Roovers is senior adviseur bij Antea Group op het gebied van bodem, ondergrond en ruimte. Daarnaast is hij als lector verbonden aan het lectoraat Bodem en Ondergrond van Saxion Hogeschool.