Ga naar hoofdinhoud
Omgevingsprogramma gebiedsontwikkeling
Logo Antea Group - No text - Angled - Transparent

Omgevingsprogramma gebiedsontwikkeling

Heb je vragen?

Robert Forkink
Stel een vraag

Programma gebiedsontwikkelingen Omgevingswet

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, moeten nieuwe gebiedsontwikkelingen gebruik maken van een nieuw planologisch instrument. Voorheen werkten we bij gebiedsontwikkelingen met het instrument 'structuurvisie', maar dit is nu vervallen. Hierdoor ontbreekt een strategisch beleidsdocument en een uitvoeringspakket waarin de overheid haar beleid vastlegde en inzicht gaf in hoe zij haar ontwikkelingen wilde realiseren. Deze visie was het vertrekpunt voor concrete ruimtelijke beslissingen en voor de inzet van bestuurlijke uitvoeringsinstrumenten, zoals het vaststellen van bestemmingsplannen (nu omgevingsplannen).

Met het verdwijnen van de 'structuurvisie' onder de voormalige Wro, ontbreekt een strategisch document. Hoewel de omgevingsvisie een strategisch beleidsdocument is, biedt het geen ruimte voor de noodzakelijke onderdelen van een gebiedsontwikkeling. Het is ook niet geschikt als planologisch toetsingskader voor het omgevingsplan, omdat veel gemeenten nog geen werkende omgevingsplansystematiek hebben.

Waarom een programma gebiedsontwikkeling?

Vanuit de huidige uitwerkingen van het programma instrument kennen gemeenten dit instrument als de uitwerking van de vastgestelde omgevingsvisie voornamelijk in beleidsprogramma’s en gebiedsgerichte uitwerkingen daarvan. Maar dit instrument kan ook worden ingezet bij nieuwe gebiedsontwikkelingen als ‘titel’ (lees kapstok) met als uitwerking van onder andere; de te volgen ontwikkelstrategie, de diverse grondposities, betrokken stakeholders, uitwerking van participatie, het inpassen van de noodzakelijke onderzoeken (zoals luchtkwaliteit, archeologie, stokstofdepositie, bodem, water, verkeer en parkeren, trillingen, geluid, bedrijven en milieuzonering, omgevingsveiligheid etc.). Maar ook de status van de voorgenomen ontwikkeling, de relatie met de vastgestelde omgevingsvisie en het eventueel vestigen van het voorkeursrecht.

Planvorming en besluitvorming

Daarnaast biedt dit programma de mogelijkheid om als planologisch toetsingskader te functioneren (bij een Bopa) totdat de gemeenten de mogelijkheid bieden om de procedure wijziging omgevingsplan te volgen en in de omgevingsplansystematiek technisch in te passen. Het programma wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur van de gemeente (college van B&W). 

Samengevat, het omgevingsprogramma gebiedsontwikkeling:

  1. De inzet van een wettelijk instrument dat een ontwikkeling in meerdere fasen mogelijk maakt. Dit instrument fungeert als een 'planologische paraplu', waardoor vergunningen kunnen worden verleend en de uitvoering kan plaatsvinden met behulp van Bopa's en/of wijzigingen in het omgevingsplan.
  2. Inpassen van de noodzakelijke onderzoeken;
  3. Een grondslag voor het MER; het programma vormt het ruimtelijk besluit waaraan het MER is gekoppeld;
  4. Participatie; op basis van het programma kan de participatie en afstemming met stakeholders worden ingericht;
  5. Borging voor het eventueel vestigen van voorkeursrecht,  onderbouwing voor kostenverhaal, en af te sluiten anterieure overeenkomsten.

Uitwerking programma gebiedsontwikkeling

Programma gebiedsontwikkelingen Omgevingswet

Fase 1: Opstarten en inrichten programma gebiedsontwikkeling

  • Schetsen ontwikkeling uitgedrukt in processen en activiteiten;
  • Betrokken stakeholders (ambtelijk, bestuurlijk en extern, omgeving);
  • Coördinatietaken en afstemming stakeholders;
  • Rollen en verantwoordelijkheden;
  • Capaciteit;
  • Planning.
Programma gebiedsontwikkelingen Omgevingswet

Fase 2: Opstellen opzet programma gebiedsontwikkeling

  • Opstellen programmaregister naar type en gebruik (juridisch, financieel, onderzoeken, etc.);
  • Vaststellen programmaregister.
Programma gebiedsontwikkelingen Omgevingswet

Fase 3: Uitwerking register ontwerp programma gebiedsontwikkeling

  • Opnemen bestaand beleid en noodzakelijke doelen, ambities en opgaven uit vastgestelde omgevingsvisie;
  • Opnemen informatie uit gebiedsonderzoeken (inclusief MER);
  • Opnemen, uitwerken en vastleggen consequenties vanuit vestigen van het voorkeursrecht, de anterieure overeenkomst en het kostenverhaal inclusief onderbouwingen;
  • Coördinatie en afstemming met stakeholders.
Programma gebiedsontwikkelingen Omgevingswet

Fase 4: Procedure ontwerp programma gebiedsontwikkeling

  • Volgt Afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb) procedure (ontwerp > terinzagelegging > zienswijzen > vaststelling college B&W) en dient in het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) gepubliceerd te worden;
  • Voorbereiding interne besluitvorming en uitzetten procedurestappen Awb.
Programma gebiedsontwikkelingen Omgevingswet

Fase 5: Procedure definitief programma gebiedsontwikkeling

  • Volgt Afdeling 3.4 Awb procedure (ontwerp > terinzagelegging > zienswijzen > vaststelling college B&W) en dient in het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) gepubliceerd te worden;
  • Omzetten ontwerp programma naar definitief programma (verwerken resultaten zienswijzen).

Meer informatie of hulp nodig?

Velden met een * zijn verplicht.

Benieuwd hoe wij met jouw gegevens omgaan? Dit lees je in onze privacyverklaring

Meer weten over dit onderwerp?

Neem contact met mij op.

Robert Forkink
Stel een vraag