Tien procent van de gemeentelijke budgetten gaat naar beheer en onderhoud van de leefomgeving. Maar, wat leveren die investeringen eigenlijk op én hoe doen andere gemeenten dit? Reden voor de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Arnhem om een benchmark naar het beheer van openbare ruimte op te laten stellen. Het resultaat mag er zijn en werd dinsdag 29 maart in Rotterdam officieel overhandigd aan de directeuren.

Wegen, groen, riolering, openbare verlichting: de assets in de fysieke leefomgeving zijn van grote waarde. Daar wil je als overheid verantwoord in investeren. Reden voor Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Arnhem om via een benchmark de eigen beheerprestaties én verbeter- en leerpunten in beeld te krijgen. Deze vraag werd neergelegd bij CROW. Ingenieurs- en adviesbureau Antea Group werd ingeschakeld om de benchmark uit te voeren en vorm te geven.

Data verzamelen en analyseren

Een flinke klus, vertellen Eric Moonen en Marc de Jong van Antea Group. “Allereerst om alle data te verzamelen. Vierkante meters, budgetten, kwaliteitsmetingen: het kostte tijd om alles boven water te krijgen. Naast de beheerdata van gemeenten hebben we daarom ook open datasets gebruikt – onder meer van alle G32-gemeenten in Nederland. Op basis van data-analyse en met diverse algoritmes konden we een goed vergelijk maken. Dit hebben we gedaan voor een brede reeks aan thema’s: van veiligheid en gezondheid tot thema’s als duurzaamheid, hittestress en de vervangingsopgave. Zo maakten we de bijdrage en meerwaarde van beheer concreet. Beheer doet er toe.”

De emancipatie van beheer

Interessant feitje uit de benchmark: gemeenten besteden gemiddeld zo’n 10 procent van hun begroting aan het beheer, beleid, onderhoud en vervanging van hun assets. De benchmark laat zien dat deze investeringen direct bijdragen bij aan bestuurlijke doelen en maatschappelijke opgaven zoals de vervangingsopgave, klimaatadaptatie en energietransitie.

De Jong: “De benchmark draagt bij aan de emancipatie van het beheervak – het laat duidelijk zien wat de bijdrage en de meerwaarde is van beheer. Daarom ben ik fan van beheer.”

Waardevolle inzichten

Dankzij de benchmark kunnen de gemeenten met elkaar vergelijken hoeveel budget ze uitgeven per vierkante meter, hoe die investeringen bijdragen aan de bestuurlijke doelen en hoe dit gewaardeerd wordt door de gebruiker. En dit zorgt voor een leereffect.

Nicole Borkens, strategisch adviseur stadsbeheer bij gemeente Rotterdam: “Dat is inspirerend voor ons management en bestuur. Het is geen wedstrijd, wij kijken meer naar de overeenkomsten in opgaven en problematiek om daar van te leren. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van normkosten hebben we nu veel meer contact met elkaar. Want, hoe kan het dat de ene gemeente hoog scoort op groen of schoon, terwijl een andere gemeente meer investeert maar die waardering niet krijgt? De benchmark legt die verbinding en nodigt uit om van elkaars best practices te leren. Iets dat nog te weinig wordt gedaan in Nederland.”

Geen black box meer

Tevens is de benchmark voor de gemeenten een instrument om de stap te zetten naar een datagedreven organisatie. Johan Willemsen, afdelingshoofd beheer in gemeente Arnhem: “Deze benchmark maakt zichtbaar aan welke bestuurlijke thema’s en maatschappelijke opgaven we bijdragen als beheer. We mogen trots zijn op ons werk als beheerder, als assetmanagers.”

Jan Nicolaij, hoofd wijkonderhoud en service in gemeente Utrecht valt hem bij: “Deze benchmark heeft ons geholpen om onze beheerprocessen beter op orde te krijgen en meer grip te krijgen op onze data. Het helpt ons in de organisatie bij de vraag ‘waar zijn we van?’. Want dat is meer dan alleen maar onderhoud.”

Fan van beheer

Beide beheermanagers geven aan dat de uitkomsten van de benchmark voldoende huiswerk opleveren. “Nuttig om meer datagedreven te werken en de stap te zetten van functioneel onderhoud naar meer waardegestuurd beheer,” aldus Nicolaij.

Arnhem geeft aan het belangrijk te vinden de verbreding te blijven zoeken: “Door met andere gemeenten te vergelijken krijgen we waardevolle inzichten. We richten ons nu op optimaal gebruikmaken van de beschikbare data, om daarmee te leren van informatie die er al is.” De gemeenten geven daarom aan zeker door te gaan met benchmarken. Veel complimenten voor het fraaie resultaat en de insteek van Antea Group met open data en aanvullende assetgegevens wordt breed gesteund.

Willemsen: “Door dit traject ben ik ook ‘fan van beheer’ geworden. Trots op de bijdrage die wij leveren aan de stad.” En daar sluiten de aanwezigen zich van harte bij aan.