In het buitengebied van de Nederlandse gemeenten ligt een enorm areaal aan extensief bereden wegen. Deze wegen zijn veelal aangelegd in de jaren '60 en hebben het inmiddels flink te verduren van het zware moderne landbouwverkeer en vrachtrijders. Hoog tijd voor een vervangingsprogramma, met oog voor veiligheid voor langzaam verkeer.
Landelijk budget verkeersveiligheid inzetten versnelt vervangingsopgave
Samen met een waterig lentezonnetje, het citroentje en de narcissen komen er in deze periode van het jaar meer dingen tevoorschijn. De wielrenners hebben 8 bar in de banden en trekken eropuit. Recreatieve fietsers wagen zich in het zadel van hun e-bike. Ondertussen zoeken de agrariërs hun landerijen op en komen de melkwagens en pakketdiensten dagelijks over de binnenwegen voorbij.
Het verkeersbeeld op dit type wegen is de afgelopen decennia enorm veranderd. Het recreatieve verkeer is toegenomen, vaak zijn deze wegen onderdeel van het fiets knooppuntennetwerk, en het landbouwverkeer is zwaarder en breder geworden. Hierdoor ontstaan veiligheidsissues, die worden versterkt door schades aan rijbaan, wegranden en bermen. Het is dus niet zonder reden dat de vervangingsopgave voor wegen in het buitengebied groot is in de plattelandsgemeenten.
Jenno Kootstra, senior adviseur mobiliteit bij Antea Group, benadrukt het belang van de vervangingsopgave: ‘Binnen gemeenten is sprake van ongelijkheid in bereikbaarheid. Kijk alleen maar eens naar het verschil tussen het buitengebied en binnen de kom. Niet iedereen heeft de beschikking over vervoersmiddelen (eigen bezit) of kan zich de kosten voor de verplaatsing (openbaar vervoer) veroorloven. Daarbij geldt dat de nabijheid van voorzieningen verslechtert en het openbaar vervoer lang niet altijd aanwezig is. Ook politiek is er discussie over Randstad versus platteland. Dus goede betrouwbare en vooral ook veilige verbindingen zijn cruciaal om het recht op bereikbaarheid in het buitengebied te borgen.’
Friese casus
Nico Punter, senior adviseur wegen bij Antea Group, illustreert de omvang van de opgave met een casus uit Friesland: ‘Veiligheid op de weg is inderdaad een belangrijk goed, zeker ook vanuit het oogpunt van beheer. In een Friese gemeente is een groot deel van het areaal eind jaren ’50, beginjaren ’60 aangelegd. In het vervangingsplan dat wij samen met hen opstellen zien we dat ze allemaal tegelijkertijd op de planning komen. Dit is een forse aanslag op de vervangingsopgave. Daarbij komt nog dat de wegen deels in veengebied liggen. Daar zien we nog veel sneller schade ontstaan aan het asfalt en de bermen. Op deze licht belaste wegen is het namelijk moeilijk passeren - ze zijn vaak te smal voor het huidige verkeer.’
In het coalitieakkoord van de Friese gemeente wordt vol trots gesproken over het verkeer en vervoer. De gemeente is bijvoorbeeld een aantrekkelijke fietsgemeente. Om de bereikbaarheid en veiligheid op peil te houden, wordt er extra geïnvesteerd in het onderhoud van wegen en fietspaden. En dat is nodig ook. Nico Punter: ‘Wat we vaak zien is dat gemeenten een prioritering maken. Welke wegen pak je wel aan, en welke schuif je nog een jaar door. De weg naar het centrum staat vaak hoger op de lijst dan al die vierkante meters in het buitengebied. Een vierkante meter in het woongebied draagt in die zin veel meer bij dan een vierkante meter in het buitengebied. Die wegen worden vaak intensief bereden, en er zijn veel meer gebruikers dan in het buitengebied. Meer mensen hebben er baat bij.’
Maar goed, al die uitgestelde maatregelen voor de wegen in het buitengebied leiden ertoe dat ze op een gegeven moment op zijn en vervangen moeten worden. Deze gemeente is daar niet uniek in. Dit geldt voor de meeste plattelandsgemeenten.
Dikwijls gedeeld weggebruik
Jenno Kootstra: ‘In het buitengebied is dikwijls sprake van gedeeld weggebruik. Zo delen bestuurders van landbouwvoertuigen de weg met fietsers. In het grote massa- en gewichtsverschil tussen deze verkeersdeelnemers schuilt een risico. Landelijk zijn middelen beschikbaar om dit verkeersveiligheidsrisico met maatregelen te beheersen. Deze middelen combineren met de onderhoudsbudgetten kunnen zorgen voor een investeringsversneller.’
Het is mooi dat deze Friese gemeente de samenhang tussen beheer en mobiliteit borgt in haar coalitieakkoord. Tegelijk met het opstellen van het Gemeentelijke Vervoersplan (GWP) worden ook de verkeersknelpunten in kaart gebracht. Er is terecht een nadrukkelijke samenhang met het GWP. Voor de knelpunten op het gebied van infrastructuur en het verbeteren van de verkeerscirculatie is extra geld gereserveerd.
Worstelen met programmering
Vrijwel alle gemeenten met een groot buitengebied worstelen met de programmering van de buitenwegen. Het gaat hier vaak om een groot volume aan areaal, waar ten aanzien van beheer en vervanging in elke planning een aanzienlijk prijskaartje aan zit. Oane Hornstra, projectmanager bij Antea Group, zegt daarover: ‘Voor datzelfde geld kun je als gemeente in de binnenstad of in een dorpscentrum meerdere straten opknappen die wél intensief gebruikt worden. Bij het maken van de prioritering, zeker als de beurs krap is, is dat een lastige afweging.’
En toch is het van belang dat ook het onderhoud in het buitengebied op orde blijft. Gemeenten willen kapitaalvernietiging tegengaan. Bij het steeds maar weer naar achteren schuiven van onderhoud is een extra investering met duurdere maatregelen nodig. Nico Punter: ‘Dat wordt steeds meer zichtbaar op de buitenwegen. Een veel voorkomende schade is randschade. De wegen breken aan de rand open door het zware verkeer op de te smalle wegen, waardoor er grote scheuren in het asfalt komen. Vooral voor fietsers kan dit gevaarlijk zijn.’
Combinatiekansen
Vanuit de combinatie mobiliteit en beheer liggen er kansen, maar goed inzicht is dan belangrijk. In de mogelijkheden van het GWP, in de beheeropgave en in de planning van de vervangingen. Op basis van dat inzicht kunnen de juiste keuzes gemaakt worden. Het nauw betrekken van de lokale politiek bij de afwegingen helpt hierbij. Daarom nemen wij in de projecten altijd de gemeenteraad in verschillende fasen mee en zitten ook wethouders vaak aan tafel. In een vorige editie van Stadswerk, die toen eenmalig Dorpswerk heette, zagen we al dat het bestuur van Westerkwartier op basis van onze inzichten extra geld beschikbaar stelde voor fietspaden. Ook in de samenwerking met de gemeente Heerenveen zagen we dat onlangs gebeuren. Het vraagt echter wel iets van de wegbeheerder. Deze moet de scenario’s met de bijbehorende risico’s en de impact van de verschillende keuzes goed in beeld hebben én de handen ineen slaan met mobiliteit.
Meer weten over dit onderwerp?
Neem contact met ons op.