Dit interview verscheen in 'De Ingenieur' (November 2021)

Kom niet naar kantoor!: dat was het devies tijdens de eerste, tweede, derde en nu vierde golf. Inmiddels is hybride werken bijna normaal. Het kantoor verandert in een ontmoetingsplaats met functionele ruimten, sommige met huiselijke trekjes.

Wat willen we? En wat niet meer?

Ons ideale woonhuis hoeft niet groter, maar een kamer extra is wel erg welkom, en graag met een tuin erbij. Verrassend waren deze uitkomsten van recent afstudeeronderzoek aan de TU Delft niet. Veel mensen hebben ervaren dat thuiswerken soms lastig is, zeker in huishoudens met kinderen. Wat we minder belangrijk vinden? Dichtbij het werk wonen, bleek uit het onderzoek, uitgevoerd in samenwerking met bouwbedrijf Dura Vermeer. De opvallend snelle terugkeer van de forensenfiles doet anders vermoeden, maar kennelijk willen de meeste werknemers maar al te graag deels blijven thuiswerken.

Thuis van trotse ingenieurs

Met een volledig vernieuwde kantoorcampus speelt het ingenieurs- en adviesbureau Antea Group in op die nieuwe realiteit. De opknapbeurt van de kantoorgebouwen en het omliggende terrein in Heerenveen was al in gang gezet toen de pandemie losbarstte. De bedoeling was om er een moderne, eigentijdje werkomgeving van te maken, maar toen de realiteit ineens veranderde, hebben we ons ontwerp op sommige punten nog aangepast, zegt hr-directeur Doreth Lau. ‘We wilden een “thuis van trotse ingenieurs” creëren en hebben ons dus afgevraagd wat ingenieurs nodig hebben om hun werk zo goed mogelijk te doen.’ Ook in het nieuwe, hybride normaal. Een vast bureau op kantoor hoort daar niet langer bij. Het aantal werkplekken voor de ongeveer 450 ingenieurs op de nieuwe campus is daarom fors teruggeschroefd. ‘Onze medewerkers werken maximaal 60 procent thuis en 40 procent op kantoor’, zegt Lau. ‘Meer dan een traditionele werkplek heeft het kantoor voortaan de functie van ontmoetingsplek.’

Verder lezen? Lees hier het hele artikel.