Foto: DvhN/Willem Braam

Stroomt er in de toekomst groene waterstof door onze gasleidingen? En kunnen wij, dankzij het allerkleinste molecuul dat wij kennen, grote stappen zetten in de energietransitie? Voor de antwoorden zijn alle ogen gericht op Hoogeveen. Hier moet ’s werelds eerste waterstofwijk aantonen dat H2 een veilig, comfortabel én betaalbaar alternatief is voor aardgas. Drie betrokkenen praten ons bij over de stand van zaken. 

Waterstofpilot in de gemeente Hoogeveen

Ooit zei Johan Cruijff dat er eerst iets moet gebeuren voordat er écht iets gebeurt. Een wijsheid die opgaat voor de zoektocht naar aardgas-alternatieven, vindt projectmanager Kees Boer van de gemeente Hoogeveen: “Over de toepassing van waterstof in de bebouwde omgeving is al ontzettend veel gesproken. Nu is het een kwestie van doen. Toen wij werden benaderd of we interesse hadden in een waterstofpilot met een woonwijk, stonden wij daar meteen voor open.”

Eén van de grote voordelen is dat je waterstof kunt bufferen.


Jan-Lucas Hof
Projectmanager Bouw

De waterstofproef op de som

Niet dat de toepassing van waterstof als energiebron zo nieuw is. De industrie maakt al decennialang gebruik van waterstof voor proceswarmte. Boer: “In de gebouwde omgeving is H2 een grote onbekende. Technisch gezien is er niets dat waterstof in de weg staat. Ons aardgasnetwerk is er geschikt voor en de eerste waterstof cv-ketels zijn al ontwikkeld. Het is vooral de uitdaging om aan te tonen dat waterstof in een woning net zo veilig, comfortabel en betaalbaar is als aardgas.”

Die proef op de som nemen ze in Hoogeveen. Te beginnen met een pilot in nieuwbouwwijk Nijstad-Oost waar ongeveer honderd woningen verrijzen. Boer: “Voordeel is dat wij in deze nieuwe wijk alle infrastructuur, waaronder waterstof cv-ketels, in één keer kunnen aanleggen. Zo kunnen we laten zien dat het technisch kan, veilig is en comfortabele woningen oplevert. Daarna willen wij opschalen naar de naastliggende wijk de Erflanden: een jonge wijk met zo’n vierhonderd woningen. Hierover zijn we in gesprek met de bewoners.”