Klimaatadaptatie gaat de inrichting van de openbare ruimte fors veranderen. Met meer groen en slimme innovaties gaat het volgens projectleider Jeroen Moes van Antea Group leefbaarder worden. Maar het is vooral in oude wijken en centrumgebieden woekeren met de beperkte ruimte. En opdrachtgevers zullen zich moeten realiseren dat het geld gaat kosten; in aanleg én in beheer.

Belangrijk thema

Jeroen Moes is bij ingenieurs- en adviesbureau Antea Group commercieel projectleider Realisatie voor de regio Overijssel en Gelderland. Maar hij is ook bezig om het thema klimaatadaptatie breder op de kaart te zetten, zowel intern als extern. Antea Group voerde afgelopen jaar een campagne ‘Klimaatbestending & Waterrobuust Nederland’, ontwikkelde een Straatmixer en introduceerde een klimaatbewust Blotevoetenpad.

“Je ziet heel sterk dat klimaatadaptatie het grote thema aan het worden is. We zien eigenlijk geen centrumplan of herinrichtingsplan meer waar geen groen in zit en waar niet gekeken wordt naar wat te doen met water. Ook naar de periode van uitvoering in verband met flora en fauna en naar de stikstof-uitstoot en benodigde Aerius-berekeningen wordt op voorhand gekeken. De overheden als opdrachtgevers vragen naar klimaatadaptieve oplossingen; de markt biedt het aan. Dat is een wisselwerking. Maar daar zijn wel investeringen voor nodig. Denk aan afkoppelen van riolering, hergebruik van materialen, emissiearm werken en compensatie van CO2-uitstoot en groenaanplant. Vanwege de kosten daarvan haken opdrachtgevers nogal eens af. Terwijl we als gemeenschap sneller zouden moeten dan we nu doen.”

Voor zowel opdrachtgevers als marktpartijen is het ook wel eens lastig, geeft Moes aan. “Er zijn bijvoorbeeld allerlei producten en werkwijzen beschikbaar voor plantgatverbetering voor bomen. Opdrachtgevers moeten een keuze maken uit dat grote aanbod, maar vragen zich af wat de meest duurzame oplossing is. Ondertussen moeten productaanbieders wel de kans krijgen om aan te tonen dat hun product werkt. Dan moet het dus wel een keer worden toegepast.”

Meer groen, minder parkeren

Moes ziet dat het thema klimaatadaptatie de openbare ruimte gaat veranderen: “Er wordt bijvoorbeeld in nieuwbouw minder ruimte gereserveerd voor parkeren. Maar dat geldt ook in bestaande wijken. Er moet ruimte komen voor groen en waterberging. Vooral in oude arbeiderswijken is dat een probleem omdat er weinig ruimte is. Groen is er in het verleden uit gegaan om plaats te maken voor parkeren. Vaak is er ook nog een gemengd rioolstelsel en bij hevige buien zie je het dus fout gaan. Daar moet wat mee gebeuren, maar dat is lastig voor bewoners. De samenleving is wat dat betreft weerbarstig. Dat zie je bijvoorbeeld ook met open verharding als waterdoorlatende oplossing. Dan kan er wel eens wat hoger gras op een parkeerplaats groeien. Dat willen we niet, want we zijn gewend dat alles netjes is.”

Een simpele oplossing voor dat gebrek aan ruimte is er niet. “Je kunt daarvoor het beste kiezen voor co-creatie, waarbij je met de bewoners samen ontwerpt. Dat is beter dan inspraak.” Daar tegenover staat dat dat groen de wijken en pleinen volgens Moes vooral mooier, aantrekkelijker en leefbaarder maakt. “We hebben bijvoorbeeld Esplanade gedaan in Almere. Dat was een groot plein aan het Weerwater waar ook grote evenementen als de kermis en de start van de triatlon plaatsvinden. Mensen liepen er alleen maar overheen, maar verbleven er niet. We hebben op dat plein groene eilanden gemaakt, bomen geplant en zitplaatsen gecreëerd. Nu zie je dat er heel veel mensen op het plein komen en het een prettig verblijfsklimaat is geworden, terwijl grote evenementen nog steeds mogelijk zijn.”

Beleving

Wat ook bij kan dragen aan de acceptatie van klimaatadaptieve maatregelen is om mensen het verschil te laten beleven. Antea Group ontwikkelde daarvoor het klimaatbewuste Blotevoetenpad. “We wilden als Antea Group meer naar buiten treden, onder andere in een aantal steden. Voor Nijmegen sloten we aan bij de Nijmeegse Vierdaagse en ontstond het idee voor een blotevoetenpad. Dat hebben we ontworpen vanuit het thema klimaatadaptatie. Het is opgebouwd met verschillende plateaus van 2 x 1 meter, met de onderdelen dak, gevel, verharding en recreatiegroen. We leggen verschillende materialen direct naast elkaar zodat je het verschil kunt ervaren. Denk aan sedum, een pannendak, een PV-paneel en EPDM-dakbedekking. Een PV-paneel blijkt enorm heet te worden. En er zit een groot verschil tussen zwart en wit EPDM. Toch is de praktijk dat iedereen eenvoudigweg zwart EPDM aanbrengt op een aanbouw of afdak. Men denkt er niet bij na. Denk ook aan de zwarte planken die tegenwoordig zo in zijn als gevelbekleding.”

Antea Group had het Blotevoetenpad ook voorzien van enkele bomen in bakken om het effect van schaduw – en daarmee het tegengaan van hittestress – te beleven. Daarnaast waren kratten voor waterberging zichtbaar opgesteld. “Het pad is inmiddels op meerdere locaties opgesteld geweest en kan op verzoek overal in Nederland ingezet worden om hittestress en wateroverlast en oplossingen daarvoor te ervaren en te bespreken.”

Straatmixer

Wat min of meer hetzelfde beoogt, is de Straatmixer die Antea Group ontwikkelde. In plaats van beleving is die echter vooral gericht op het genereren van gegevens. Met deze Straatmixer wil

Antea Group opdrachtgevers al in een vroeg stadium helpen om de juiste keuzes te maken voor een klimaatrobuuste inrichting of herinrichting van de openbare ruimte. “De Straatmixer geeft een doorsnede van een straat, van gevel tot gevel. Daarop zijn gegevens zichtbaar zoals de temperatuur en de waterberging. In dat profiel gaan we dan aanpassingen doen. Denk aan de aanleg van groen, een gescheiden rioolstelsel en het aanbrengen van waterdoorlatende verharding. Je kunt van elke maatregel gelijk de invloed zien op de temperatuur, de waterberging en dergelijke.”

“We combineren dat met de beheerkosten. Wij zijn als Antea Group bij veel beheerplannen betrokken en we kennen de kostenkengetallen. We weten wat een boom of een haag kost aan onderhoud of het vegen van een parkeerplaats. Groen is duurder in beheer, maar daar staat tegenover dat je meer waterberging hebt en dus minder belasting van het riool. Al die kosten zijn gelijk zichtbaar. Je ziet dan dus ook wat zinvol is. Bijvoorbeeld of het zin heeft om aan beide zijden van de weg groen aan te brengen of dat één zijde volstaat. Je ziet het effect daarvan op de temperatuur en waterberging, maar ook op de kosten van beheer. We merken dat beheer steeds vaker op voorhand al bij de planontwikkeling betrokken wil zijn.”

“Het gaat er bij de Straatmixer vooral om, er gevoel bij te krijgen. Bij de verdere uitwerking ga je de kengetallen daarvan nader detailleren en onderbouwen. Als vervolg op de Straatmixer zijn we nu bezig met het ontwerpen van een Pleinmixer.”

Kostenplaatje

“We willen vooral gemeenten hiermee helpen, waarbij je ziet dat grote gemeenten dat over het algemeen ook zelf kunnen. Wij hebben bijvoorbeeld in Zwolle de Koggelaan mogen uitvoeren. De Gemeente Zwolle heeft daar zelf het plan voor ontworpen. De Koggelaan was een weg met beton en asfalt en heeft nu een watergang in een mooi gemetseld kanaal. Het hele gebied is nu groen ingericht en fietsers hebben er voorrang. Dat is een heel mooi gebied geworden.”

Het kan dus allemaal wel, maar er hangt een kostenplaatje aan. “En dan zie je toch nog wel eens dat we voor een gemeente een heel plan van aanpak maken voor klimaatadaptieve maatregelen, maar dat daar in het bestek voor de aanbesteding helemaal niets van overblijft omdat men het geld er niet voor over heeft. Daar is dus nog wel wat te doen. De investering levert juist veel op als het gaat om waterbuffering, tegengaan van hittestress en verbetering van de biodiversiteit en levert daarmee bovenal een gezondere leefomgeving op.”