Naoorlogse woonwijken kunnen veel klimaatadaptiever, groener en gezonder worden ingericht. Dat blijkt wel uit de herinrichting van een verouderde jaren ‘70 wijk in Haarlem. Beheer van de openbare ruimte speelt als ‘change agent’ een cruciale rol als de aanjager van grootschalige vernieuwing, verbetering en toekomstbestendig maken van verouderde wijken.

Weinig groen en erg gericht op de auto

"Verouderde bestrating, scheve stoeptegels, verzakte riolering, weinig groen en erg gericht op de auto. Dat is de situatie in veel naoorlogse wijken. Zoals de wijk Meerwijk in Haarlem," zegt Sjoerd Bodewes, adviseur Contracten bij Antea Group: "Stedelijke gebieden staan onder druk met ongekende transitieopgaven: van energietransitie tot klimaatadaptatie, vergroening en biodiversiteit, van circulariteit en mobiliteitstransitie, tot woningbouw. Daarnaast staan we aan de vooravond van een grote vervangings- en reconstructieopgave. Hele wijken uit de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw raken versleten en naderen het einde van hun levensduur: de wegen, riolering en andere assets moeten vervangen worden."

Ontwikkelend beheer

Al die grote transities, zowel boven- als ondergronds, moeten gerealiseerd worden in de bestaande openbare ruimte, waar de beheerder verantwoordelijk voor is. De vervanging van de openbare ruimte vormt vaak dé aanleiding en creëert momentum om de fysieke leefomgeving te transformeren en toekomstbestendig te maken.

"Samenwerking in het fysieke domein is dan van groot belang: een toekomstbestendige stad kan niet gerealiseerd worden zonder een integrale aanpak in de keten van beleid, planvorming, projecten én beheer. Werk met werk maken in een integrale aanpak is tegenwoordig standaard", zo vertelt Benno Steentjes, senior adviseur Beheer fysieke leefomgeving bij Antea Group.

"Maar omdat Nederland zo volgebouwd is, vergt het inpassen van alle opgaven en transities steeds meer afstemming. Ontwikkelend beheer noemen we dat in het groeipad beheer fysieke leefomgeving (zie figuur 1, red.). Dit groeipad helpt beheerders niet alleen om zichtbaar te maken wat beheer bijdraagt aan de doelen van de stad, maar ook om beter samen te werken in de keten. Om als beheerder je rol te pakken in het vernieuwingsproces."

Change agent

Beheer van de openbare ruimte speelt een cruciale rol bij de transformatie naar toekomstbestendige steden. Want de vervangingsprognoses van de beheerder vormen het startpunt voor vernieuwingen en transities in de fysieke leefomgeving. Beheer als ‘change agent’ dus, de aanjager van en motor onder de stedelijke vernieuwing.

"Beheerders van de openbare ruimte spelen een sleutelrol in deze transformatie. Vaak onderbelicht, maar zij zijn de eersten die signaleren dat assets aan vervanging toe zijn, initiëren daarmee de vernieuwing én hebben budget beschikbaar. Beheer is de stille kracht achter de grootschalige vernieuwingsoperaties die Nederland te wachten staan", vervolgt Benno. "Als beheerders zijn we wel gewend om ver vooruit te kijken en meerjarenplanningen te maken van tientallen jaren vooruit. In mijn vakgebied van stedelijk water zijn we daarbij ook altijd bezig met verbetermaatregelen. Zeker met de hedendaagse klimaatopgaven vinden we dat vanzelfsprekend.

We merken overal dat groot onderhoud en vervanging de ideale aanleiding zijn om verouderde wijken te transformeren naar duurzame, toekomstbestendige en klimaatrobuuste leefomgevingen. Zoals Meerwijk in Haarlem. Dat was een mooie case waarin we laten zien hoe proactief handelen vanuit beheer zorgt dat we, over grenzen van vakgebieden en beleidsterreinen heen, komen tot een nieuw toekomstperspectief. Een blauwdruk die voor veel meer wijken bruikbaar is."

Klaar voor de toekomst

Meerwijk is een typische jaren ‘70 wijk. Ooit een moderne oase aan de rand van de stad, nu zit de sleet erin. De gemeente Haarlem schakelde Antea Group in voor vernieuwing van deze verouderde wijk. "We hebben de noodzakelijke vervanging van de assets aangegrepen voor tal van verbeteringen op het gebied van klimaat, circulariteit én energietransitie" vertelt Sjoerd Bodewes.

"Het resultaat? Deze jaren ‘70 wijk krijgt al het goede van een hedendaagse nieuwbouwwijk. Een greep uit de maatregelen: veel minder verharding en veel meer groen voor de deur, waterberging en een warmtenet, (natuur)speelplekken, circulair gebruik van materialen en een inrichting die fietsen en wandelen stimuleert. Kortom een groene, gezonde en klimaatbestendige wijk, die klaar is voor de toekomst en waar mensen ook de komende vijftig jaar nog met plezier wonen, werken en spelen."

De kracht van visualisaties

"Voor de gemeente was deze wijk een pilot," zo vervolgt Benno. "We hebben de positieve effecten vanaf het begin goed gevisualiseerd. Met dank aan onze stedenbouwkundige collega’s van CB5. Daarmee konden we zichtbaar maken wat de aanpak opleverde, dat de opbrengsten de meerkosten van de investeringen absoluut de moeite waard waren." Sjoerd vult aan: "Vanuit de gemeente zat er ook een goede procesmanager op. Samen zorgden we ervoor dat wat er allemaal gezegd en beloofd was in mooie gemeentelijke beleidsnotities en ambities, in dit project ook concreet gemaakt werd. Wie A zegt, moet ook B zeggen. En doen."

Visualisaties werkten ook goed in de ambtelijke organisatie. "Voor de beheerders was het soms best lastig. Er worden nieuwe, onbekende materialen en inrichtingsprincipes voorgesteld. Wil je dat wel, werkt het wel en kun je dat ook duurzaam in stand houden?" Dat zijn legitieme vragen, zo geeft Benno aan. "Dan helpt het dat de Raad een duidelijke ambitie heeft uitgesproken, dus je moet wel mee. Maar voor het draagvlak was het belangrijk dat we in berekeningen en simulaties konden aantonen hoe bijvoorbeeld de waterstromen op maaiveldniveau zouden uitpakken. In elke projectfase maakten we visualisaties, simulaties en berekeningen op een dieper detailniveau. Begrijpelijk van beleidsmedewerker, beheerder en werkvoorbereider tot de opzichter. Daarmee toonden we aan dat het ook écht kon."

Ging het dan allemaal van een leien dakje? "Nou, sommige dingen maakten het wel complex", vertelt Sjoerd. "Met name de lange doorlooptijd van het project en het aan boord zien te houden van alle interne belanghebbenden. Ook de flexibiliteit wordt op de proef gesteld, door onzekerheid bij “raakvlakprojecten”. Zo is er telkens onduidelijkheid over de komst van een warmtenet - eerst was er geen sprake van, toen weer wel, dan weer niet, later toch weer wel."

Veranderende rol

De verschuiving naar ontwikkelend beheer betekent ook een verandering in de rol, positie en competenties van de hedendaagse beheerders. Natuurlijk, vakmanschap blijft nodig als basis. Maar om veranderprocessen te initiëren en echt als ‘change agent’ te kunnen functioneren is meer nodig. Je hebt inzicht nodig in de assets, voor een datagedreven aanpak en onderbouwing van je prognoses.

Je moet een visie hebben op het toekomstbestendig maken van de fysieke leefomgeving en hoe jouw assets daaraan bijdragen. Daarvoor moet je proactief buiten de grenzen van je vakgebied treden. En effectief samenwerken in de beleidsketen van het fysieke domein vergt meer dan gemiddelde sociale vaardigheden, stakeholdermanagement en begrip van veranderprocessen. Sociale vaardigheden zijn dus, naast organiseren en bewaken van processen, cruciale competenties voor de beheerder als ‘change agent’. Maar de beloning is er ook naar. Want in deze positie kun je direct impact maken op de leefomgeving van mensen. Een aantrekkelijke leefomgeving, nu én in de toekomst.