Een zonnige middag in het oosten van Friesland. In een werkput in het veld staat een compacte installatie, nauwelijks opvallend in het landschap. Elke zes minuten klinkt er een doffe bons: een stuk oude gasleiding dat in een container valt, als een korte onderbreking van de stilte.

Geen graafmachines, geen opengescheurde grond – alleen precisie, rust en technologie die zich aanpast aan het landschap. In deze vredige setting wordt gewerkt met een innovatieve techniek: het sleufloos verwijderen van leidingen over lange afstanden. Een methode die niet alleen efficiënt is, maar ook het landschap en de omgeving spaart. De hydraulische installatie is het geesteskind van technisch ontwikkelaar Feitze Veenstra en zijn innovatieteam van het Friese bedrijf Callidus. De ontwikkeling van een duurzame methode om transportleidingen die niet langer gebruikt worden uit de bodem te halen, gebeurde in samenwerking met Antea Group. Dit ingenieurs- en adviesbureau brengt kennis in op het gebied van bodem, wetgeving en de benodigde omgevingsonderzoeken. Ook verzorgt het bureau de volledige voorbereiding van de projectlocatie, inclusief afstemming met de landeigenaar en vergunningsaanvragen.

Ga naar de website van vakblad Land + Water.

Verwijderen is ingrijpende operatie

“In de Nederlandse bodem liggen duizenden kilometers aan olie- en gasleidingen. Door de energietransitie en het sluiten van gaswinningslocaties zijn steeds meer leidingen overbodig. Soms kun je buizen hergebruiken voor transport van iets anders. Maar in de meeste gevallen niet. Omdat je als eigenaar verantwoordelijk blijft voor een leiding is verwijderen dan de enige optie. Dat schrijft de Mijnbouwwet voor. Dus daar hebben we de komende tijd een flinke uitdaging aan”, vertelt milieu- en energiespecialist Jeroen Schreuder van Antea Group.

Het verwijderen van transportleidingen die niet meer geëxploiteerd worden, is een ingrijpende operatie. Vaak lopen de leidingen door landbouwgrond en levert het voor de boeren een hoop gedoe op. Gedurende de uitgraafwerkzaamheden kan het land niet worden gebruikt. Ook moet de teelaarde van de diepere ondergrond worden gescheiden om te voorkomen dat het vermengd raakt met grondsoorten die hinderlijk zijn voor de landbouwpraktijk. Nadat het in oorspronkelijke toestand is teruggebracht, kan de vruchtbaarheid van het land nog lange tijd nadeel ondervinden.

In de Nederlandse bodem liggen duizenden kilometers aan olie- en gasleidingen. Door de energietransitie en het sluiten van gaswinningslocaties zijn steeds meer leidingen overbodig.”


Jeroen Schreuder
Milieu- & energiespecialist

Geïnspireerd door medische praktijk

Feitze Veenstra: “Van een opdrachtgever kregen wij de vraag om iets te bedenken om niet meer gebruikte leidingen gemakkelijker uit de grond te halen. Dat bracht ons naar de medische praktijk van het verwijderen van spataderen. Daarbij wordt op twee plaatsen een kleine snede gemaakt en vervolgens de spatader uitgetrokken. Dit idee hebben we losgelaten op het verwijderen van oude leidingen.” Om de oplossing werkend te krijgen, moesten er twee zaken worden geregeld: het oppervlak van de buis moet loskomen van de grond eromheen en je hebt een krachtige trekmachine nodig.

“Als je een houten paaltje uit de grond haalt, wrik je hem eerst een paar keer heen en weer zodat hij loskomt. Om de wrijving bij een transportleiding te verminderen hebben we een vervormer met stalen wielen gemaakt. Deze trekken we door de buis, die achtereenvolgens horizontaal en verticaal wordt vervormd en daarna weer rond wordt gemaakt. Op die manier ontstaat er ruimte rond de buis en kan hij horizontaal uit de grond worden getrokken. Dit werkt niet alleen bij rechte stukken; ook bochten worden netjes meegetrokken”, stelt Veenstra tevreden vast

Gevolgen voor ondergrondse zetting

Voor Jeroen Schreuder en zijn collega’s bij Antea Group stond het onderzoek naar het effect van de trekmethode op de bodem centraal: “Je hoeft weliswaar geen metersbrede sleuf door het land te graven, maar je wilt wel weten wat er onder je voeten gebeurt als je na enkele decennia een tien inch leiding uit de grond trekt, zoals vandaag. Op wat voor zetting van de grond moet je rekenen? Hoeveel bodemdaling kan je verwachten?” Dat betekende: rekenen en meten. De eerste resultaten zijn positief: in het Friese weiland blijkt de zetting vrijwel te verwaarlozen. Ondertussen bijt de trekmachine in de werkput zich opnieuw vast in de buis die uit de grond moet. Een klem met tanden houdt hem vast, waarna hydraulische cilinders de leiding tientallen centimeters aantrekken.

Vervolgens neemt een tweede klem het over en zo gaat het afwisselend door. Met een trekkracht van ongeveer 300 ton kan de machine een stuk leiding van ruim een kilometer lengte trekken. Iedere zes minuten knipt een grote schaar een stuk van zes meter vrijgekomen buis af boven de container waarin het precies past. Met een snelheid van rond de zestig meter per uur is er op een dag zo’n halve kilometer te verwijderen.

Minder graven, minder overlast

Tijdens het uittrekken wordt de leiding nauwlettend gevolgd. In de praktijk blijkt deze netjes zijn tracé te volgen, zelfs al loopt dat niet altijd in een rechte lijn. Ook heeft het trekken geen invloed op naastgelegen leidingen die wel in de grond blijven. Met zakbakens en peilbuizen houden de mensen van Antea Group de ondergrondse activiteiten goed in de gaten. Boven de grond merk je nauwelijks iets. “Als we kijken waar de buis gelegen heeft - en we nemen een range van vier meter breedte - dan zien we dat de grond in het midden hooguit 12 millimeter is gezakt”, constateert Schreuder.

Voor landeigenaren in de agrarische sector biedt het sleufloos verwijderen van transportleidingen voordelen, bevestigt Schreuders collega Norbert Stuip. Als projectmanager Realisatie draagt hij bij aan een goede voorbereiding en uitvoering van de opdracht: “Met deze methode wordt er maar liefst 90% minder lengte gegraven. Dat betekent veel minder rijplaten in het land, minder inzet van graafvoertuigen en daarmee een lagere CO2-footprint, minder transportbewegingen en dus een aanzienlijke vermindering van schade aan land en wegen. En omdat we maar met twee werkputten te maken hebben, is de beïnvloeding van het grondwater door bemaling ook minimaal. Voor de boer betekent dit veel minder impact op zijn bedrijfsvoering. Tel daarbij op dat we ook nog een stuk sneller weer van zijn land af zijn.”

Volledig elektrisch uitvoeren

De voordelen van deze ‘No-Dig’-oplossing van Antea Group en Callidus reiken verder dan alleen die voor de boer. Een deel van de transportleidingen in Nederland ligt namelijk nabij of zelfs in beschermd Natura-2000 gebied. Daar is sleuven graven al helemaal geen optie. Bovendien kan het werk zelfs volledig elektrisch en dus zonder stikstofuitstoot worden uitgevoerd: “De hydraulische trekmachine werkt al elektrisch en omdat het graafwerk enorm beperkt blijft vergeleken met het uitgraven van een leiding, kan je de werkputten met elektrische graafmachines realiseren. Dit geldt ook voor de bronbemaling om de put droog te houden”, belooft Veenstra.

Een uitvinding waarmee het belang van zowel de eigenaar van de leiding, de boer als het milieu wordt gediend, werkt inspirerend. Beide partners zijn dan ook voortdurend bezig met ideeën om de oplossing nog verder te verbeteren. Op dit moment stopt de leidingtrekker bijvoorbeeld nog als een stuk buis wordt afgeknipt boven de container. Als het aan Veenstra ligt, blijft de buis straks gewoon in beweging. Ook Schreuder ziet kansen: “We gaan binnenkort testen met het meetrekken van een nieuwe mantelbuis bij het verwijderen van de oude leiding. Bijvoorbeeld voor elektriciteit of waterstof. Als we dat goed in de vingers krijgen, dragen we bij aan efficiëntie in de aanleg van nieuwe infrastructuur voor de energietransitie.”