Dit artikel verscheen in Stadswerk, april 2025
Hoe manage je het beheer en hoe geef je sturing aan de transities in de fysieke leefomgeving? Hoe gaan afdelingshoofden en adviseurs van beheerorganisaties om met de veranderopgaven voor hun organisaties, wat is hun routeplan voor professioneel beheer en hoe houden ze de regie op de fysieke leefomgeving? In gesprek over leiderschap in assetmanagement.
'We kennen allemaal de grote opgaven en transities voor onze fysieke leefomgeving', vertelt Ruud van Hoek, adviesgroepmanager beheer fysieke leefomgeving bij Antea Group. ‘Beheer en onderhoud zijn vaak de katalysator voor deze transities. De asset beheerder komt met zijn of haar plannen voor groot onderhoud, reconstructie van bestrating, vervanging van riolering, verbetervoorstellen voor waterberging en opknappen van groen of speelplekken. Zo zet beheer tal van projecten in gang en brengt de hele organisatie in beweging. Aan de programmeertafel zoeken we dan combinaties met andere beleidsdoelen: vergroening, waterberging, mobiliteit, gezond gedrag, ontmoeten en bewegen, enzovoorts. Voor de energietransitie stemmen we af met netbeheerders en hun kabels en leidingen. En laten we ook de bouw- en ontwikkelplannen van ruimtelijke ontwikkeling, woningcorporaties en projectontwikkelaars niet vergeten.
'Ja, al die opgaven hebben wel wat voeten in de aarde’, zegt Patrick Zwerink, senior adviseur beheer openbare ruimte in de gemeente Hengelo. ‘Ons speelveld is echt veranderd. De tijd dat we als beheerders “de baas waren over de openbare ruimte” is voorbij. Wij bepalen niet meer automatisch wat er gebeurt, maar we moeten wel de regie pakken. Kijk bijvoorbeeld naar de energietransitie: praktisch gezien moeten er 50.000 transformatorhuisjes bij komen in de wijken. Terwijl de ondergrond al vol ligt en er ook ruimte gevonden moet worden voor extra waterberging, meer groen en biodiversiteit. Dat past gewoon niet in de beschikbare ruimte. Dan moetje dus met elkaar in gesprek en keuzes maken. Dat betekent dat je jouw werk anders inricht, veel meer moet afstemmen en overleggen. Ook met partijen buiten de gemeente.’
