Cultuurverandering, ik hoor dit woord steeds vaker wanneer het om de Omgevingswet gaat. Sommigen hebben het zelfs al over een cultuurshock die toegediend moet worden. En ik vermoed (ik weet ‘t eigenlijk wel zeker) dat in veel gemeentelijke organisaties het onderwerp cultuurveranderingstraject al op de agenda is gezet. Want, dat is toch wat we op z’n minst nodig hebben om van een ‘nee, tenzij’-, naar een ‘ja, mits’-cultuur te komen? Meedenkers in plaats van vastdenkers; ontschotters in plaats van schuttingbouwers…

Beladen

Wat mij betreft is het toch minder ingewikkeld dan we denken. Sowieso vind ik cultuurverandering een beladen term. Een organisatiecultuur gaat over gedeelde normen en waarden, over gedeeld DNA. Met de roep om cultuurverandering zeg je eigenlijk dat de afdelingen en de professionals die zich nu met de ontwikkeling van ons land bezighouden, niet over het juiste DNA en de juiste normen en waarden beschikken om met de Omgevingswet te werken. Daarmee doe je ze toch echt te kort.

Doorgeefluikje

Met de normen en waarden van onze Wabo-coördinatoren, plantoetsers en bestemmingsplanjuristen, is namelijk niets mis. En de Omgevingswet verandert hun taak an sich ook niet. Ze worden niet opeens het doorgeefluikje van de afhaalchinees waarbij je alles maar lukraak kunt bestellen. Ook na 2019 zijn zij ervoor om datgene te beschermen wat we als samenleving waardevol achten. Om die ontwikkelingen de ruimte te geven waarvan we met z’n allen vinden dat ze meerwaarde bieden. Alleen de manier waarop ze hieraan invulling geven, verandert wel.

WABO-coördinatoren, plantoetsers en bestemmingsplanjuristen worden niet opeens het doorgeefluikje van de afhaalchinees waarbij je alles maar lukraak kunt bestellen.


Robert Forkink
Senior adviseur Vergunningen & Procedures

'Ja, mits'- denken

En wat betreft die ‘ja, mits’-cultuur: in veel gemeenten wordt op z’n tijd best al wel ‘ja, mits’ gedacht. Neem een initiatief om een zorgboerderij te bouwen in een deel van het buitengebied waar eigenlijk niet gebouwd mag worden. Een mooi initiatief, maatschappelijk nuttig, passend in het landschap en goed voor de uitstraling van een gemeente. Zeker wanneer ook de wethouder het als een waardevol plan bestempelt, is het in veel gemeenten heel goed mogelijk dat die zorgboerderij er gewoon komt. Onder politieke druk wordt alles vloeibaar…

Minder letter, meer geest

Kortom, veel gemeenten hebben de competenties om ‘ja-mits’ te denken al in huis. Met de komst van de Omgevingswet is het echter de kunst om dit ook zonder politieke druk plaats te laten vinden. Daarom is het interessant om op papier te zetten hoe ‘ja-mits’ nu al werkt binnen organisaties. Wie is daarbij betrokken, hoe verloopt het proces en hoe komt zo’n ontwikkeling tot stand? En nogmaals, ‘ja-mits’ betekent niet dat elk plan zonder meer moet worden toegestaan. Wel kun je als overheid meedenken met een initiatiefnemer en hem adviseren: waarom wil iemand dat gebouw of die activiteit ontwikkelen? Waar en hoe kan dit wél mogelijk gemaakt worden (en waar juist niet)?

Concreet

Het is waar dat de Omgevingswet een heel ander samenspel creëert: in- en extern. Maar dit vraagt niet per definitie om een verandering van organisatie-DNA, eerder om andere werkprocessen. Wat is straks de juiste werkvolgorde, welke afdeling is waarvoor verantwoordelijk en hoe zorg je voor de verbinding? Op welk moment ga je adviseren, wanneer ga je juridisch toetsen en wanneer laat je leges betalen? En hoe doen we dat nu soms al? Juist door die hele concrete vragen te stellen en onderling de het gesprek aan te gaan, geef je écht handen en voeten aan wat de Omgevingswet straks van mensen vraagt.

En geloof me, daar kan geen cultuurveranderingstraject tegenop.

Meld je aan voor de nieuwsbrief van de Omgevingswet

Velden met een * zijn verplicht.

Benieuwd hoe wij met jouw gegevens omgaan? Dit lees je in onze privacyverklaring