De gemeente Oosterhout is dit jaar een van de top drie genomineerden voor de Duurzaamheid Award van Antea Group. De nominatie is een erkenning van hun innovatieve aanpak om duurzaamheid en circulariteit centraal te stellen in een recente aanbesteding. Deze nominatie is vooral bijzonder, omdat Oosterhout een relatief kleine gemeente is die met beperkte middelen een aanzienlijk effect heeft weten te bereiken op het gebied van duurzame aanbestedingen.

Een experiment: een nieuwe manier van aanbesteden

Het project van de gemeente Oosterhout draait om de reconstructie van de Burgemeester Holtroplaan, een belangrijke ontsluitingsweg in de stad. De uitdaging was om in een gww-proefproject binnen een plafondbudget het werk zo duurzaam en circulair mogelijk uit te voeren, binnen de kaders van een traditionele aanbesteding.

De milieukosten van het project en de inzet van elektrische werktuigen werden gebruikt om de inschrijvers uit te dagen hier zo goed mogelijk op te scoren. Beiden werden door Oosterhout goed gewaardeerd in de aanbesteding. De milieukosten in de aanbesteding konden uiteindelijk met 70% worden gereduceerd. Het projectteam wist het gebruik van elektrische werktuigen te maximaliseren. 100% voor de uitgevraagde werkzaamheden worden uitgevoerd met elektrische werktuigen. Er is hiermee bijna 300.000 kg CO2 bespaard. Om dit in perspectief te plaatsen; de CO2 besparing op dit project is gelijk aan 30 keer rond de aarde rijden in een benzineauto, of bijvoorbeeld de CO2 uitstoot van 64 gasgestookte woningen gedurende een heel jaar. Dit is een indrukwekkende prestatie, zeker voor een relatief kleine gemeente als Oosterhout. Als de gemeente deze uitstoot niet had bespaard, maar wel had willen willen compenseren zouden er maar liefst 47 voetbalvelden met bos moeten worden aangeplant.

Ferdy Benoist, Senior Werkvoorbereider Openbare Ruimte bij de gemeente Oosterhout, legt uit: ‘’We hebben ervoor gekozen om ons project uit te voeren met elektrisch materiaal waar mogelijk, wat zal resulteren in een grote uitstootreductie. De aannemer heeft beloofd om 3918 uur met elektrisch materieel te werken, en het is onze taak om te controleren dat dit daadwerkelijk wordt nageleefd.’’

Inspiratie uit Eindhoven en andere overheden

De gemeente Oosterhout haalde inspiratie uit de vooruitstrevende aanpak van de gemeente Eindhoven. Benoist vertelt hierover: ‘’Vorig jaar zomer werden we uitgenodigd door de gemeente Eindhoven, die zeer vooruitstrevend is in duurzaamheid. Zij werken al jaren met MKI en zero-emissie, en hun beleid is erop gericht om in 2030 een zeer duurzame stad te zijn, vooral in het centrum van Eindhoven. Ze hebben hun ervaringen en methodieken met ons gedeeld, wat voor ons heel handig was. We besloten dat we ook deze aanpak wilden proberen in ons project in Oosterhout.’’

Op basis van deze input heeft het team van Antea Group gekeken naar hoe de lessen van de gemeente Eindhoven ook in dit project konden worden toegepast. Hierin is er ook gekeken naar andere overheden, zoals de provincie Groningen. Op basis van deze input en de wensen van gemeente Oosterhout als opdrachtgever hebben is er tot een passende oplossing gekomen voor dit project.

Door samen te werken met Antea Group en geïnspireerd te raken door Eindhoven, kon de gemeente Oosterhout hun eigen strategie ontwikkelen. De pilot in Oosterhout toont hoe kleinere gemeenten met de juiste inspiratie en ondersteuning grote stappen kunnen zetten op het gebied van duurzaamheid.

De motivatie achter de nominatie

Emma Windey, adviseur contracten bij Antea Group, vertelt over de motivatie achter de nominatie: ‘’Omdat het een pilotproject is bij de gemeente, vinden we het leuk om hen een keer extra in het zonnetje te zetten zodat ze ook gemotiveerd raken om het vaker te doen. Het was voor hen namelijk best spannend. Ik denk dat hierin nog zoveel groeipotentie zit. Dit zou een goede boost voor hen zijn om dit verder op te pakken.’’

Het experiment van de gemeente Oosterhout is inderdaad een baanbrekende stap. Het betrof een traditioneel contract, waarbij normaliter niet veel ruimte wordt gelaten voor de aannemer om ontwerpen aan te passen. Echter, door enkele onderdelen van het bestek toch functioneel te specifieren, konden de aannemers toch hun beste oplossingen aanbieden op het gebied van een duurzame MKI.

Windey voegt toe: ‘’We hebben circulariteit proberen in te vullen met MKI, wat niet per se heel erg circulariteit gefocust is. MKI geeft echter wel een stimulans om zo duurzaam mogelijk materiaal in te zetten, hier heeft dat geleid tot veel hergebruik. Dat is een goede stap voor circulariteit. Dat was toch wel een beetje spannend, omdat een MKI normaal niet uitgevraagd wordt bij eenbestek.’’

De rol van Antea Group in het project

Antea Group speelde een cruciale rol in het begeleiden van de gemeente Oosterhout bij dit project. Windey legt uit hoe zij samen met projectleider Antal Hartman nauw betrokken was bij het opstellen van de documenten voor de aanbesteding: ‘’Ik heb veel van de documenten opgesteld voor de aanbesteding en op die manier hebben Antal en ik een duorol opgepakt binnen het project.’’. Ook onderstreept ze het belang van de MKI-specialist Kevin Snijders. “De specialistische kennis van de Milieukosten Indicator was noodzakelijk om passende duurzaamheidscriteria op te stellen voor de aanbesteding.” . Ze beschrijft de samenwerking met de gemeente Oosterhout als zeer intensief, waarbij regelmatig werd afgestemd om ervoor te zorgen dat iedereen op dezelfde lijn zat wat betreft de visie en doelen van het project.

Benoist beaamt dit: ‘’Met Antea Group hebben we al vaker samengewerkt, zeker omdat zij ook een kantoor gevestigd hebben in Oosterhout. We zijn op zoek gegaan naar een partner op met name het gebied van MKI. Ik heb mij er wel al wat in verdiept, maar het is best ingewikkelde materie. Het is niet iets wat je zomaar zelf even optuigt en gaat doen.’’

Uitdagingen en leerpunten

De overstap naar een duurzamere aanpak bracht enkele uitdagingen met zich mee, vooral in termen van de acceptatie van nieuwe materialen en werkwijzen. ‘’De mensen die ermee moeten werken vragen zich dan af: wat voor materiaal krijgen we dan? Intern hebben we afgesproken dat we producten met de beste MKI-score willen die aan een beschreven kwaliteitsniveau voldoen’’, aldus Benoist. Dit toont aan dat verandering in werkwijzen en mindset een belangrijk onderdeel is van de transitie naar duurzame aanbestedingen.

Het gebruik van secundaire, of tweedehands, materialen was een belangrijk thema in het project, omdat het gebruik van gerecycled materiaal de milieukosten aanzienlijk kan verlagen. Er was echter ook terughoudendheid, vooral omdat men bang was dat de kwaliteit van het eindproduct zou kunnen lijden onder het gebruik van deze materialen. ‘’Het was een uitdaging om mensen ervan te overtuigen dat het gebruik van secundaire materialen niet hoeft te betekenen dat de kwaliteit ook meteen een stuk minder goed is’’, legt Benoist uit. ‘’We moesten een evenwicht vinden tussen duurzaamheid en de verwachte standaard van materialen in onze projecten.’’

Resultaten en toekomstperspectieven

Een belangrijk aspect van het project is de monitoring van de duurzame beloften die tijdens de aanbesteding zijn gedaan. Benoist geeft aan dat dit nog een uitdaging kan zijn: ‘’We gaan ervan uit dat hetgeen wat de aannemer op het gebied van duurzaamheid heeft beloofd in zijn inschrijving, in de praktijk werkelijk zo wordt uitgevoerd. Dat is wel een uitdaging, want hoe gaan we dat bijhouden en monitoren en hoe ga je dat ook beboeten als dat fout gaat? Dat is voor de mensen buiten ook allemaal heel nieuw. Nadat het project gereed is gaan we uiteraard monitoren wat we geleerd hebben tijdens de uitvoering van het project, ook met de aannemer.’’

Deze nieuwe pilot duurzame uitvoering betekent dat de gemeente en haar partners voortdurend moeten leren en zich aanpassen aan de uitdagingen die voortkomen uit innovatieve benaderingen van duurzame ontwikkeling. Dit project kan ook dienen als inspiratie voor andere gemeenten die vergelijkbare duurzaamheidsdoelen willen nastreven.

De weg vooruit

De aanbesteding werd afgerond in maart, en het project begon officieel in juni met de eerste fase. Er is een duidelijke planning opgesteld, met de verwachting dat de werkzaamheden in mei 2025 afgerond zullen zijn. Hoewel het project nog in volle gang is en de uiteindelijke resultaten pas later duidelijk zullen worden, heeft de gemeente Oosterhout al veel geleerd van deze ervaring. De pilot heeft niet alleen bijgedragen aan de verduurzaming van de gemeentelijke infrastructuur, maar ook aan een bredere acceptatie van duurzame praktijken binnen de organisatie. Zo zijn de voorlopige resultaten en de lessen gedeeld met medewerkers van diverse afdelingen en binnenkort ook met de gemeenteraad.

De gemeente Oosterhout hoopt dat hun voorbeeld andere gemeenten zal inspireren om duurzaamheid hoger op de agenda te zetten en te experimenteren met nieuwe werkwijzen en technieken. Door samen te werken, kennis te delen en gebruik te maken van innovatieve benaderingen, kunnen gemeenten in heel Nederland bijdragen aan een duurzamere toekomst.

Uitkomst van de nominatie

Terwijl de uitkomst van de nominatie nog moet worden bepaald, staat één ding vast: de gemeente Oosterhout heeft laten zien dat ook kleinere gemeenten een grote impact kunnen hebben op het gebied van duurzame aanbestedingen en dat met de juiste partners en aanpak zelfs de grootste uitdagingen kunnen worden overwonnen. Dit project benadrukt het belang van samenwerking en innovatie in het streven naar een duurzamere wereld.

Benoist voegt hieraan toe dat dit pilotproject het bewustzijn van collega’s binnen de gemeente verhoogt en dat infra-projecten een erg groot deel van de totale impact op het milieu in Oosterhout innemen. ‘’Dit project en de bijbehorende nominatie helpen deze kwesties hoger op de agenda te krijgen en kunnen de gemeente helpen om haar strategieën verder te verfijnen en aan te passen.’’