Recent hebben verschillende organisaties de krachten gebundeld in het consortium MOMENTUM. Doel is om meer inzicht te krijgen in de gezondheidseffecten van micro- en nanoplastics (MNP’s). Als partner van het MOMENTUM-consortium volgt Antea Group deze ontwikkelingen op de voet. We dragen bij aan oplossingen voor onderzoek naar MNP’s in de omgeving. De kennis die we daarbij opdoen delen we met partners en klanten in ons Expertisecentrum MNP’s in het milieu.

Micro- en nanoplastics in het milieu

De plasticsoep, die kennen we allemaal. We zien vaak de beelden van grote, drijvende eilanden zwerfafval in onze oceanen en rivieren. De directe consequenties daarvan zijn met het oog te zien. Er is echter een stuk minder bekend over de micro- en nanoplastics die in het milieu voorkomen. Veel van deze MNP’s ontstaan door slijtage en degradatie van groter plastic (zwerf)afval. En ook door slijtage van autobanden, kleding en coatings. Daarnaast worden kleine plasticdeeltjes bewust toegevoegd aan bijvoorbeeld cosmeticaproducten. We weten dus dat er MNP’s in het milieu zijn. Wat we niet exact weten, is om hoeveel het gaat, in welke vorm en hoe schadelijk ze eventueel zijn voor de gezondheid van mens en milieu.

Behoefte aan kennis

Verder onderzoek naar het ontstaan van MNP’s en de effecten ervan is dus van groot belang. In de praktijk blijkt ook dat verschillende partijen behoefte hebben aan deze kennis. Dat geldt niet alleen voor de plastic producerende en verwerkende industrie, die daarmee bijvoorbeeld de eigenschappen van hun product kunnen verbeteren.  Ook organisaties en overheden die verantwoordelijk zijn voor de water-, lucht- en voedselkwaliteit willen het vraagstuk beter begrijpen.    

Hoe schadelijk zijn MNP’s?

Een van de behoeftes is het wegnemen van de onduidelijkheden die er rondom MNP’s in het milieu bestaan. Denk hierbij aan vragen als ‘hoe slijt plastic en scheiden MNP’s zich af?’,  ‘hoe verspreiden deze kleine deeltjes zich in grond, water of lucht’?, wat zijn daar de risico’s van? Hierbij moeten verschillende blootstellingsmodellen betrokken worden, zodat kan worden vastgesteld hoe schadelijk MNP’s zijn. Want dat ze uiteindelijk in onze voedselketen komen, staat inmiddels vast.

Eenduidig meten en monitoren

Tegelijkertijd is het essentieel dat er in de milieusector een eenduidige manier van meten en monitoren ontstaat. Daarmee kan gewerkt gaan worden aan data over de aanwezigheid van MNP’s.  “Zo kunnen we waar nodig risico-gestuurd oplossingen ontwikkelen voor MNP’s”, vertelt Bas Coolsma, adviesgroepmanager Milieu bij Antea Group. “Wanneer de milieusector en de industrie dezelfde taal spreken, kunnen we de aard en omvang van de problematiek beter duiden. Vervolgens kunnen beleidsmakers ook gepaste stappen zetten in de beheersing daarvan”.

Expertisecentrum micro- en nanoplastics

Met de oprichting van een expertisecentrum verankert Antea Group het denken in termen van micro- en nanoplastics in de bestaande onderzoeks- en adviesdiensten. Coolsma: “We beschikken op verschillende terreinen over kennis en ervaring met betrekking tot deze problematiek. Deze willen we bundelen, uitbreiden en delen met onze klanten en partners. We staan namelijk voor een gemeenschappelijke uitdaging die we sectorbreed moeten oppakken. We nemen hiermee het initiatief om een onderwerp dat momenteel niet standaard op tafel ligt bespreekbaar te maken.”

Tijdig informeren en adviseren

“Daarnaast wil Antea Group voorkomen dat onze klanten in het publieke domein voor een verrassing komen te staan zoals dat gebeurde met de PFAS-kwestie”, vervolgt Coolsma. “Het is onze taak klanten tijdig te informeren en te adviseren over de vraag hoe zij het beste met MNP’s kunnen omgaan. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat we in onze water- of bodemonderzoeken op een gestandaardiseerde manier de hoeveelheid en samenstelling van MNP’s willen monitoren. We kunnen dat meer en meer op een betrouwbare manier uitvoeren. En dat is een grote stap vooruit in het beter begrijpen en zo nodig terugdringen van MNP’s in het milieu.”