In Frankrijk heet hij Perceval en helpt hij bij inspecties van het metrospoor in Parijs. Hier in Nederland heet hij Spot: de robothond die is ontwikkeld door Boston Dynamics en in Nederland in 2021 door ingenieurs- en adviesbureau Antea Group is gekocht. Spot heeft zijn hondenhok op het kantoor in Heerenveen staan, maar is vooral medewerker van de buitendienst.  

De kracht van Spot

Henk-Jan Schuurman is degene bij Antea Group die alles van Spot weet. ‘We hebben Spot niet aangeschaft met het doel een robothond te hebben en dienstverlening te creëren. Voor onze ambitie is leiderschap met lef nodig. De aanschaf van Spot was een aanzienlijke investering, maar we hadden nog geen idee van of we er ook geld mee konden verdienen. De kracht van Spot is dat hij ons helpt om buiten de begaande paden te denken. Hij is in staat verbindingen maken met andere apparaten die data kunnen verzamelen. Dat klinkt misschien vaag, maar voor ons bij Antea Group is dat heel concreet. We zijn aan het toegroeien naar de wereld van de kunstmatige intelligentie. Je zou Spot kunnen vergelijken met de drone. Aan een drone zijn we al jaren gewend, het is -net als Spot- een platform waar je technologie verbindt.’ 

Inspecties rond het spoor

Merkbaar is dat Henk-Jan trots is op Spot als hij verder vertelt. ‘Spot is van zichzelf al heel erg slim. Als ik hem een commando geef om van A naar B te lopen, dan creëert hij het meest efficiënte pad. Obstakels weet hij te omzeilen of hij stapt er overheen. Hij heeft zoveel slimmigheden in zich. Het gaat niet alleen over hoe kom ik van A naar B, hij verzamelt onderweg ook zoveel mogelijk data. Dat doen we door technologie aan hem te verbinden, zoals een 360 graden camera om de hele omgeving te inspecteren. Samen met ProRail hebben we onderzocht hoe we Spot kunnen inzetten voor inspecties rond het spoor. Met als doel om de treinen te laten doorrijden terwijl Spot langs het spoor de inspectie veilig uitvoert. Vooral dat het verkeer op het spoor onbelemmerd door kan gaan, zonder buitendienststellingen, is een grote wens. We zijn nog niet zover dat we dit al kunnen realiseren, maar we zijn er wel mee aan het experimenteren.’  

Spot moet nog groeien

Antea Group is verbonden met een aantal partners die zelf ook de robothond hebben aangeschaft, waaronder TNO. Samen kijken zij hoe ze de basis technologie verder kunnen ontwikkelen. ‘Belangrijk voor ons is dat Spot meer groei gaat doormaken in de autonome bewegingen’, vervolgt Henk-Jan. ‘Nu is Spot te bedienen met een tablet dat via wifi of 5G verbonden is met de robothond. De maximale afstand tussen Spot en de besturing is daarmee 50 meter. Eigenlijk willen we dat Spot bij repeterende werkzaamheden zelfstandig gaat bepalen wanneer hij een inspectie gaat doen. Een beetje zoals een robotmaaier, maar ook drones kunnen al op die manier werken. Een situatie die we nu al aan het door ontwikkelen zijn, is bijvoorbeeld een fabricageproces met heel veel machines en apparaten. Spot wandelt dan met een bepaalde frequentie door de ruimte om data te verzamelen. Bijvoorbeeld met infrarood hotspots ontdekken op plaatsen waar de bekabeling te warm is. Of met een geluidscamera de staat van het onderhoud van een machine bepalen. Langs het spoor kan Spot veel visualiseren. Als hij bijvoorbeeld op een groot rangeerterrein loopt en een vervoerder wil weten waar wagons zich bevinden, dan kan hij prima zijn functie uitvoeren. Conclusie is dat Spot een belangrijke rol op en langs het spoor kan vervullen, bijvoorbeeld door het spoor in beeld te brengen tot en met het ontdekken van lekkende wagons. De vraag aan Henk-Jan is of dat echt allemaal mogelijk is.

‘Je moet je eerst afvragen met welk doel je hem wilt inzetten. Dan voeg je de technologie voor het doel toe. Dus met de goede technologie kan hij ruiken en zelfs bepaalde stoffen herkennen. Daarmee kunnen lekken opgespoord worden en calamiteiten worden voorkomen. Hij zou heel goed een verlengstuk kunnen zijn van de operationele hulpverlening, kijken wat er aan de hand is. Hulpverleners moeten inzet plegen in speciale pakken die geseald en gasdicht zijn. Met Spot kun je sneller tot verkenning komen en in kaart brengen wat er aan de hand is. Dit is overigens niet waar we als Antea Group mee bezig zijn want dat is de hulpverlening; wij zitten meer aan de voorkant. Natuurlijk is de inzet bij onveilige situaties een mogelijkheid. Maar de grotere uitdaging is misschien wel de capaciteit van mensen. Die is in de huidige tijd enorm beperkt. Als Spot de handelingen kan uitvoeren waarvoor we nu mensen inzetten, maar waarvan je weet dat een robot het zou kunnen, dan kunnen die mensen activiteiten uitvoeren die meer waarde toevoegen aan de opdracht. Daar zijn wij vooral naar op zoek. Eenvoudig werk robotiseren. Het gaat ons als adviseurs en ingenieurs niet zozeer om het besturen van een robot, het gaat om het ophalen van data waarmee de opdrachtgever informatie krijgt. Wij willen advies geven op basis van informatie.’

Je moet je eerst afvragen met welk doel je hem in wilt zetten. Dan voeg je de technologie voor het doel toe.


Henk-Jan Schuurman
Adviesgroepmanager SAVE

Spot inhuren

Op internet zijn filmpjes te vinden waarin je kan zien dat defensie Spot gebruikt om een huis te inspecteren op gevaar, of dat Spot een sportveld inspecteert op juiste afmetingen en belijning. Is Spot door iedereen te huren?

‘Als iemand Spot wil inzetten, is het goed te weten wat diegene ermee wil’, antwoordt Henk-Jan. ‘Een adviseur of ingenieur zal altijd de vraag stellen ‘wat is de bedoeling, wat zou je willen, waar zoek je een oplossing voor?’ Het kan ook zijn dat het inzetten van een andere robot dan Spot goedkoper of handiger is. Het gaat om het verzamelen van data, je moet het elke keer weer afstemmen op de werkelijke vraagbehoefte en hoe je zo goed mogelijk tot een invulling kan komen. Waarbij wij natuurlijk voor ogen hebben dat we heel zuinig moeten zijn met het inzetten van menscapaciteit. Als we die kunnen vervangen door robotica en daarmee mensen kunnen vrijspelen om belangrijkere taken uit te voeren, dan moeten we dat zeker doen.

Het idee om Spot te huren is op zich niet raar, want Spot heeft een enorme aantrekkingskracht, iedereen komt eropaf. Henk-Jan realiseert zich dat heel goed. ‘Spot vertegenwoordigt ook een commerciële waarde, het is een magneet. De één vindt het prachtig en wil hem aaien en de ander loopt er met een grote boog omheen, die vindt het angstaanjagend. Met de aanschaf van Spot hebben we inderdaad al heel veel publiciteitswaarde ontwikkeld.'

De mens moet mee innoveren

Sommige mensen zijn bang dat robots hun werk gaan overnemen. Henk-Jan vindt dat we dat moeten relativeren. ‘We zijn continu in ontwikkeling. Kijk maar naar het industriële tijdperk waarin we ook dachten dat er allerlei machines gebouwd werden om mensen te vervangen. Het heeft alleen maar geleid tot meer werkplaatsen. Dat geldt ook voor de huidige ontwikkelingen. Waarom zouden we dure menscapaciteit inzetten voor klussen die gedaan kunnen worden door een robot. We hebben een tekort aan mensen, dus moet je meebewegen met de mogelijkheden.’

Er is aan Spot zelf nog niets veranderd, maar de technologie van de ontwikkelaar staat niet stil. Een mens heeft een periode van ongeveer 50 jaar waarin hij waarde in werk kan toevoegen en elke keer groei je daarin. Voor Spot is dit misschien maar vijf jaar: dan is zijn technologie bejaard.

‘Wij zijn op zoek naar die ontwikkeling, die robotica, die ons gaat helpen door dicht tegen onze huidige dienstverlening aan te zitten, aldus Henk-Jan. ‘Dat kan op veel verschillende wijzen. Met Spot, met een drone in de lucht, met een drone onder water en zo zijn er nog veel meer technologieën denkbaar. De komende jaren gaat de technologie zich in volle vaart ontplooien, en als ik daarin voorop mag lopen, eventueel samen met Spot, graag. De mens moet wel mee innoveren om niet te ver van de werkelijkheid af te komen te staan. Er werken hier heel veel slimme mensen die de klant heel goed aanvoelen. Die weten wat mogelijk is en kunnen tot hele goede dienstverlening komen. Zo worden wij ook gewaardeerd in de markt. Maar als je je medewerker kan transformeren tot wat overmorgen nodig is voor je dienstverlening, dan heb je ontzettend veel terrein gewonnen. Het is belangrijk innovatie te omarmen om aan te sluiten bij de markt van de toekomst.’

Lees hier het artikel in vakblad HZC