Archeologen haalden deze zomer 25 skeletten en een dood drachtig paard uit de Persingse bodem. Deze week leggen ze een middeleeuwse muur bloot rond het bekende kerkje.
Tekst door Leo Klaassen
Naast het grasveld bij het kerkje van Persingen ligt deze week een sleuf. In die sleuf staan archeologen en op de rand ligt een stuk been. Komen er nog steeds menselijke resten naar boven bij de opgraving die anderhalve maand geleden begon? Leidinggevend archeoloog Jeroen Flamman van ingenieurs- en adviesbureau Antea Group schudt zijn hoofd. „Dat is een middenvoetsbeen van een koe of een paard”, zegt hij. „De oude begraafplaats wordt al sinds de negentiende eeuw gebruikt als agrarisch land waarop boeren natuurlijk ook hun overleden dieren begroeven.” Het verklaart de vondst van de dode merrie die eind juni bij de ingang van de kerk werd opgegraven, compleet met een ongeboren veulentje in haar buik. Ernaast: het skelet van een poes en een lange rij menselijke resten. Onder en naast het huidige kerkpad zijn de botten van wel 25 personen weggehaald. „En ook nog een aantal schedels zonder skelet”, eindigt Flamman zijn opsomming wat luguber. Waren die mensen dan onthoofd? Nee. „Hun lichamen zullen geruimd zijn bij de latere begravingen in de zeventiende- en achttiende eeuw. Schedels lieten ze dan uit respect liggen. De kans is groot dat de botten die erbij horen hier ergens in een knekelput (verzamelgraf, LK) liggen.
Versterken van het stroomnetwerk
”Flamman en zijn collega’s graven bij het kerkje omdat netbeheerder Liander het stroomnetwerk versterkt en er nieuwe kabels naast en over het terrein worden gelegd. „Hier merk je wat een ingewikkelde klus de hele energietransitie is”, zegt woordvoerder Ceriel Thissen van Liander. „Het is nu al zó druk in de grond. Niet alleen met leidingen en kabels, maar dus ook met sporen uit het verleden. We kunnen niet zomaar gaan graven.”
Lees het volledige artikel
Meer weten over dit project?
Neem dan contact met mij op.
