Milieustraten zijn bij uitstek het inname- en recyclepunt voor grof huishoudelijk afval. In veel gemeenten is de toekomstbestendigheid van de milieustraat door meerdere oorzaken een aandachtspunt. Gemeenten zamelen steeds meer afvalstromen gescheiden in op de milieustraat. En er komen ook steeds meer bezoekers naar de milieustraten. Dit komt onder andere omdat inwoners met zachte hand door gemeenten naar de milieustraat gestuurd worden.

Toekomstbestendigheid milieustraten

Deze zachte hand is het inzamelsysteem dat gemeenten invoeren zoals bijvoorbeeld diftar (de verbruiker betaalt), omgekeerd inzamelen of laag frequent inzamelen. Hierdoor ontmoedigen gemeenten de vermenging van restafval dat wel in de buurt van huis ingezameld wordt, met recyclebare stromen. Maar ook veranderende wet- en regelgeving, en een toenemende behoefte aan kringloopbedrijvigheid en 'repair' wensen zorgen ervoor dat veel milieustraten gedateerd aan het raken zijn.

De vraag van Blink

De toekomstbestendigheid van de milieustraten speelt ook bij de Blink gemeenten. Binnen de gemeenschappelijke regeling Blink werken acht Brabantse gemeenten en Suez samen in de afvalinzameling, afvalverwerking en reiniging. In de acht gemeenten zijn er in totaal zes milieustraten. Op het merendeel van deze milieustraten zijn op (korte) termijn investeringen nodig om ze aan de eisen van de tijd aan te passen.

Een natuurlijk moment om na te denken over de toekomst en rol van de milieustraten. Blink heeft daarom aan de Antea Group gevraagd om te onderzoeken wat de knelpunten en beperkingen zijn van de huidige milieustraten.

Ontwikkelingsrichtingen

Albert Werner en Peter Zuurbier, maakten een grondige inventarisatie van de huidige situatie. Hierbij is onder ander gekeken naar scheidingsmogelijkheden, voldoen aan wet en regelgeving, gebruiksvriendelijkheid in combinatie met ligging en bereikbaarheid en naar de exploitatie en bedrijfsvoering. Vervolgens is samen met de gemeenten aan de hand van stellingen gekeken naar de visie en ambities voor de inzameling van grof huishoudelijk afval. Aan de hand hiervan zijn ontwikkelingsrichtingen en acties benoemd voor verbetering. Deze ontwikkelingsrichtingen en acties liggen zowel op operationeel, tactisch als strategisch niveau. Het operationele niveau is veelal het laag hangend fruit en de kleinschalige aanpassingen. De ontwikkelingsrichtingen op strategisch niveau liggen op het vlak van verdergaande samenwerking en harmonisatie in combinatie met conceptuele ontwikkelingen zoals repair en refurbish.”

Het resultaat

Mark Vaal de directeur van Blink geeft aan blij te zijn met de uitkomsten, maar vooral is hij blij dat dit in nauwe samenwerking met alle gemeenten is gerealiseerd, zodat er een breed gedragen plan ligt. Blink, de gemeenten en Antea Group zijn inmiddels begonnen om de acties in gang te zetten.