Wetterskip Fryslân behoort dit jaar tot de top drie genomineerden voor de Duurzaamheid Award van Antea Group. De nominatie is een erkenning van hun aanpak om klimaatbestendigheid, circulariteit en bodemgezondheid met elkaar te verbinden. Samen met Antea Group onderzochten zij de landbouwkundige waarde van baggerslib: een materiaal dat traditioneel vaak als restproduct werd gezien, maar dat nu juist blijkt bij te kunnen dragen aan een vitale Friese bodem.

Een nieuwe kijk op bagger

Wie aan baggerslib denkt, denkt meestal aan een lastig afvalproduct. Het komt vrij bij het onderhoud van watergangen en wordt vaak verwerkt door het bijvoorbeeld in diepe zandwinputten toe te passen of op landbouwpercelen te laten indrogen en af te dekken met de teelaarde. Voor boeren leverde dat hooguit een hoger maaiveld en in sommige gevallen een betere ontwatering op, maar verder geen echte voordelen.

Het Wetterskip besloot samen met Antea Group die vanzelfsprekendheid ter discussie te stellen. De centrale vraag: bevat bagger wellicht waardevolle voedingsstoffen, mineralen en sporenelementen die de bodem juist kunnen verrijken? Als dat zo is, zou bagger niet langer een last zijn, maar een waardevolle grondstof in de landbouw.

“Bagger heeft altijd een negatieve naam gehad”, vertelt Bart Aerts, bodemexpert bij Antea Group en nauw betrokken bij het onderzoek. “Maar de kwaliteit van bagger is tegenwoordig veel beter dan vroeger. Wij wilden kijken of we het op een duurzamere en hoogwaardigere manier konden hergebruiken. Zoals het benutten voor gezondere gewassen.”

Als bagger bodemverrijkende elementen bevat, is het niet langer een last maar een waardevolle grondstof in de landbouw. 

Het begin van een onderzoek

De samenwerking tussen Antea Group en Wetterskip Fryslân was geen toevallige. “We doen al jarenlang waterbodemonderzoek voor het Wetterskip”, legt Aerts uit. “Toen een van onze werkstudenten een afstudeeronderzoek zocht, zagen we de kans om onze bodemkennis breder in te zetten.”

De studente, zelf paardenliefhebber, merkte tekorten op bij haar dieren die mogelijk verband hielden met de mineralen in de bodem. Samen met Aerts werd de link gelegd naar baggerslib. Het idee ontstond om te onderzoeken of dit materiaal inderdaad waardevolle elementen bevat die via de bodem beschikbaar kunnen komen voor vee en gewassen.

Met toestemming van het Wetterskip werden monsters genomen uit weilanddepots. Het bleek dat het slib rijk was aan mineralen en sporenelementen. Tijdens het in cultuur brengen van het weilanddepot wordt de ingedroogde baggerspecie over het perceel verspreidt. Door het verspreiden van de ingedroogde baggerspecie gaat de baggerspecie deel uit maken van de teelaardelaag of de bouwvoor van de landbouwpercelen of grasland. Hierdoor komen de mineralen en sporenelementen uit de baggerspecie uiteindelijk beschikbaar voor planten en dieren. Zo krijgt bagger ineens een heel andere betekenis: van afvalproduct naar bodemverrijker.

Praktische verrassingen

Tijdens het onderzoek kwamen ook onverwachte inzichten naar voren. Aerts herinnert zich

een moment waarop hij foto’s zag van de baggerdepots. “Dicht bij de spuitmond bezonken vooral de grove, zandige delen. Verderop verzamelde zich meer kleiig materiaal. Ik dacht eerst: dat zand zal een boer niet leuk vinden, want zand is arm aan voedingsstoffen. Maar tot mijn verbazing was de boer juist enthousiast. Hij had zware kleigrond en wilde die graag lichter maken met zand, omdat dat de bewerkbaarheid verbetert. Dat was een mooie bijkomstigheid.”

Het onderzoek liet zien dat het materiaal uit de depots niet overal gelijk is. Soms bevat het meer klei, soms meer zand. Dat betekent dat baggerslib per gebied specifieke kansen biedt en dat maatwerk nodig is. Maar het belangrijkste inzicht bleef: bagger kan meerwaarde hebben voor de landbouw, mits het op de juiste manier wordt toegepast.

Vertrouwen en samenwerking

De samenwerking tussen Antea Group en Wetterskip Fryslân wordt door Aerts omschreven als een kwestie van wederzijds vertrouwen. “We werken al zo lang samen dat er een stevige basis ligt. Het Wetterskip vertrouwt op onze deskundigheid, en wij weten dat zij openstaan voor nieuwe ideeën. Ze hadden er ook voor kunnen kiezen dit onderzoek niet op te pakken. Maar juist doordat ze mee wilden denken konden we het echt verder brengen.”

Volgens Aerts typeert die houding het Wetterskip: vooruitstrevend, nieuwsgierig en bereid om buiten de gebaande paden te denken. “Ze steken hun nek uit en durven te experimenteren. Dat is een belangrijke reden dat ik hen heb voorgedragen voor deze nominatie.”

Wetterskip Fryslân steekt hun nek uit en ze durven te experimenteren. Dat is een belangrijke reden dat ik hen heb voorgedragen voor deze nominatie.


Bart Aerts
Bodemexpert Antea Group

Breder gedeelde kennis

De resultaten van het onderzoek bleven niet beperkt tot Fryslân. Aerts gaf al presentaties bij andere waterschappen en zelfs bij de Unie van Waterschappen in Amersfoort. “Overal merk je interesse. Mensen vinden het verfrissend dat we bagger niet langer alleen als probleem zien, maar als onderdeel van een circulaire oplossing. In het najaar mag ik het verhaal ook delen in Groningen, tijdens een bijeenkomst van waterschappen, provincies, gemeenten en Rijkswaterstaat.”

Die kennisdeling past goed bij de bredere duurzaamheidsdoelen. Nederland staat voor de opgave om water en bodem leidend te maken in ruimtelijke keuzes, en de Europese Unie streeft naar een gezonde bodem in 2050. Het onderzoek in Fryslân laat zien dat daar ook met relatief eenvoudige middelen stappen in gezet kunnen worden.

Betekenis voor landbouw en gezondheid

De implicaties van het project reiken verder dan alleen bodemonderzoek. “Als landbouwgronden steeds armer worden, zie je dat terug in de kwaliteit van ons voedsel”, zegt Aerts. “Een wortel kan er gezond uitzien, maar als er minder vitaminen en mineralen in zitten, dan krijgen wij dat ook minder binnen. Door baggerslib slim te gebruiken, verrijken we de bodem weer met stoffen die van nature uit waterplanten en ander organisch materiaal afkomstig zijn. Dat kan bijdragen aan gezondere gewassen, gezonder vee en uiteindelijk gezondere mensen.”

Daarmee krijgt het project ook een economische dimensie. Een vitale bodem kan leiden tot minder gezondheidskosten en duurzamer voedsel. Bovendien sluit het naadloos aan bij de ambities van Fryslân om klimaatbestendig en circulair te worden.

Vooruitstrevend in circulariteit

Wat Wetterskip Fryslân onderscheidt, is hun vermogen om in kansen te denken. In plaats van bagger af te voeren en kwijt te raken, onderzoeken ze hoe het onderdeel kan worden van een circulaire keten. Aerts wijst ook op hun betrokkenheid bij Grip-op-Grond, een netwerk dat partijen samenbrengt om grondstromen slimmer te benutten. “Het ideaal is dat bagger of andere grondstoffen rechtstreeks van het ene project naar het andere gaan, zonder onnodig transport of opslag. Dat scheelt kosten, tijd en milieubelasting.”

Die vooruitstrevendheid is volgens Aerts precies waarom het Wetterskip deze nominatie verdient. “Ze hadden dit ook veilig kunnen laten liggen. Maar ze kiezen ervoor om mee te denken en zich open te stellen voor nieuwe inzichten. Dat maakt hen tot een inspirerend voorbeeld.”

Een gedeeld succes

Ook de boer die meedeed aan het onderzoek zag de voordelen. Het perceel waar de proef plaatsvond, werd niet alleen hoger, maar ook vruchtbaarder. Doordat het ingedroogde slib na het verspreiden deel uit gaat maken van de bouwvoor, ontstaat een rijkere bodem die direct ten goede komt aan de gewassen en het vee. Aerts: “De boer stond er vanaf het begin voor open en zag meteen de kansen. Dat partnerschap tussen onderzoek, waterschap en praktijk is misschien wel de grootste kracht van dit project.”

Een nominatie met impact

De nominatie voor de Duurzaamheid Award is meer dan een erkenning van een enkel project. Het is een signaal dat ook traditionele processen zoals baggerbeheer radicaal anders bekeken kunnen worden. Waar bagger ooit symbool stond voor afval, laat het Wetterskip Fryslân zien dat het juist een sleutel kan zijn naar een vitale bodem en een circulaire landbouw.

“Ik hoop dat anderen leren om net even met een andere blik naar hun werk te kijken. Soms zit de oplossing niet in meer van hetzelfde, maar in het durven experimenteren. Dit project laat zien dat je met openheid en samenwerking echt stappen kunt zetten richting duurzaamheid”, sluit Aerts af.