Rodenburg Biopolymers genomineerd voor de Duurzaamheid Award van Antea Group

Het bedrijf startte al in 1945 en vervolgens begon het allemaal in de jaren zestig toen reststromen uit de aardappelindustrie nog vaak als afval werden beschouwd. Oprichter Arie Rodenburg zag er echter een kans in: aardappel bijproducten konden uitstekend dienen als veevoer. Die gedachte, dat reststromen altijd een waarde kunnen hebben, is de rode draad gebleven door de geschiedenis van het bedrijf.

“Mijn broer Joost en ik zijn inmiddels de derde generatie binnen het bedrijf en we vieren dit jaar ons 80-jarig bestaan”, vertelt Thijs Rodenburg, directeur van Rodenburg Biopolymers. “Waar mijn opa en vader vooral actief waren in de agrarische sector, hebben wij de stap gezet naar petfood, industriële toepassingen en uiteindelijk ook bioplastics. In 2000 verhuisden we naar Oosterhout en namen we onze eerste bioplasticfabriek in gebruik. Dat was destijds een enorme stap, maar de markt was er nog niet klaar voor. De fabriek draaide jarenlang onder capaciteit. Pas in de afgelopen tien jaar is de vraag naar biobased en afbreekbare plastics echt gaan groeien. Daardoor staan we er nu sterk voor.”

De missie van Rodenburg is even simpel als ambitieus: het verwaarden van plantbased materialen tot nieuwe producten die olie en chemische grondstoffen vervangen. Dat varieert van biologisch afbreekbare verpakkingsmaterialen tot granulaten die in de landbouw, voedingsindustrie of zelfs natuurherstelprojecten worden toegepast. Een voorbeeld waar Rodenburg zelf enthousiast over vertelt, is het gebruik van hun bioplastics bij de restauratie van koraalriffen. “Onze klanten maken producten van onze korrels. Als die in zee worden toegepast, breken ze na verloop van tijd af zonder schade aan te richten. Het is prachtig om te zien dat onze materialen bijdragen aan het herstel van ecosystemen.”

Daarnaast worden de bioplastics van Rodenburg gebruikt in toepassingen die dichter bij huis liggen: afvalzakjes, draagtasjes, bestek en borden. “Eigenlijk kun je de meeste plasticproducten vervangen door iets wat biobased is; soms afbreekbaar, soms niet, maar altijd met een lagere CO₂-voetafdruk dan fossiel plastic.”

Een van de onderscheidende kenmerken van Rodenburg is dat ze hun producten nooit zelf ontwikkelen. De onderneming maakt granulaten, maar werkt altijd samen met partners voor de uiteindelijke toepassingen. “Je kunt bioplastics niet zomaar één-op-één inzetten. Ze hebben andere eigenschappen dan conventionele plastics. Daarom moet je in de keten blijven communiceren: wat kan het materiaal, wat niet, en hoe maak je de juiste duurzaamheidsclaims?”, aldus Rodenburg.

Daarvoor zijn uiteenlopende partners betrokken: producenten die de korrels verwerken, universiteiten die onderzoek doen, hogescholen die testtrajecten draaien, en netwerken waarin kennis gedeeld wordt. Zo werkt Rodenburg al jaren samen met Avans Hogeschool voor toegepast onderzoek en met Wageningen University voor meer fundamenteel onderzoek. “Een eigen R&D-afdeling opbouwen met alle benodigde disciplines is voor een mkb-bedrijf als het onze nauwelijks haalbaar”, legt Rodenburg uit. “Door samen te werken, hebben we toch toegang tot de juiste expertise.”

Ook op regionaal en nationaal niveau zoekt Rodenburg de samenwerking actief op. Het bedrijf is betrokken bij Biobased Delta, VNO/NCW en was mede-initiatiefnemer van het Plantbased Netwerk. Dat netwerk fungeert als een platform om met gelijkgestemden te lobbyen, kennis te delen en gezamenlijk de biobased sector verder te brengen.

Innovatie is voor Rodenburg een tweede natuur. Een recent voorbeeld is het interne project Tony Starch, dat heeft geleid tot een nieuwe productietechniek om zetmeel om te zetten in een platformmolecuul dat oliegebaseerde chemicaliën kan vervangen. Daarmee kunnen bijvoorbeeld papierproducenten overstappen op een plantbased alternatief. “Dit jaar en volgend jaar willen we starten met commerciële productie”, vertelt Rodenburg trots. “De trials lopen en we bouwen richting een grootschalige productielijn in Oosterhout. Dat soort innovaties geven ons bedrijf vleugels en maken het voor mensen aantrekkelijk om bij ons te komen werken. Ons team is de afgelopen jaren flink gegroeid en daar ben ik ontzettend trots op.”

Daarnaast werkt Rodenburg aan een ander ambitieus project: de oprichting van Side Stream Innovation Valley, een campus naast hun fabriek waar startups, scale-ups, bedrijven en scholen samenkomen om plantbased reststromen verder te verwaarden. “Wij geloven sterk dat één plus één drie is. Door samen op één plek te zitten, ontstaan sneller nieuwe toepassingen en ideeën. Het kost ontzettend veel energie om dit plan in Nederland van de grond te krijgen, maar we geven niet op en ontvangen support van de provincie. Ook hierin hebben we een samenwerking met Antea Group. Er ligt al een raadsbesluit in Oosterhout en we hopen dat de laatste bezwaren binnenkort van tafel zijn, zodat we kunnen starten”, zegt Rodenburg.

Ondertussen werkt het bedrijf alvast aan een ‘Beta-campus’, een voorloper waarin gelijkgestemde partijen en onderwijsinstellingen al samen aan de slag gaan. “Volgend jaar willen we daar echt het lintje voor doorknippen”, aldus Rodenburg.

De nominatie vanuit Antea Group komt niet uit de lucht vallen. Antea Group is een partner met wie het bedrijf al meer dan 25 jaar samenwerkt. Het begon rond de verhuizing naar Oosterhout, toen Antea Group het bestemmingsplan en de vergunningen verzorgde. Sindsdien ondersteunt Antea Group Rodenburg bij complexe vraagstukken en grote projecten.

“Het fijne is dat ze ons bedrijf goed kennen”, zegt Rodenburg. “Ze weten waar we naartoe willen en wat we nodig hebben. Daardoor leveren ze plannen die echt passen bij ons verhaal. Bovendien hebben ze alle disciplines onder één dak, wat de samenwerking makkelijk maakt. Je kunt met hen lezen en schrijven.”

Bioplastics zijn duurder dan conventionele plastics – dat is een gegeven waar Rodenburg mee moet werken. In de beginjaren maakte dat de afzet lastig. “De markt is pas echt gaan lopen toen duurzaamheid hoger op de agenda kwam en wet- en regelgeving bepaalde schadelijke stoffen begon uit te faseren. Denk aan PFAS: daar zien we nu veel vraag naar biobased alternatieven. Maar in de basis moeten onze producten concurrerend zijn. Als ze veel duurder blijven, kom je nooit op schaal. Daarom zoeken we niches waarin onze materialen wel renderen”, legt Rodenburg uit.

Dat Rodenburg Biopolymers niet voor de makkelijkste weg heeft gekozen, is duidelijk. Maar de drijfveer is sterk: bijdragen aan een schonere en betere wereld. “Voor ons voelt het vanzelfsprekend om met plantbased materialen te werken. Het is met de paplepel ingegoten. Tegelijk is het fantastisch om te zien dat wat je ontwikkelt daadwerkelijk minder schadelijk is voor mens en milieu. Dat geeft energie om door te gaan”, aldus Rodenburg.

De nominatie voor de Duurzaamheid Award voelt voor het bedrijf dan ook als een beloning na jaren van pionieren. “Het is een enorme eer”, zegt Rodenburg. “Voor ons team is het een bevestiging dat we goed bezig zijn, ondanks alle tegenslagen die we in het verleden hebben gehad. Het is ook een stukje steun in de rug voor de volgende stappen die we willen zetten.”

De toekomstplannen van Rodenburg zijn groot en ambitieus: de verdere uitrol van Tony Starch, de realisatie van de campus in Oosterhout en de groei van hun team en productportfolio. Maar altijd met hetzelfde doel voor ogen: fossiele grondstoffen vervangen door plantbased alternatieven. “Wij geloven in communities en samenwerking”, besluit Rodenburg. “We hoeven het wiel niet allemaal zelf uit te vinden. Door met elkaar kennis en ideeën te delen, zetten we stap voor stap de plantbased economie verder op de kaart. Dat is waar wij ons met hart en ziel voor inzetten.”